Sheershasana wordt vaak de "koning" van alle yogahoudingen genoemd en terecht, want het is een van de moeilijkste om te beheersen. Sheershasana, wat ruwweg 'headstand' betekent in het Sanskriet, is een volledige inversie, waarbij het lichaam rechtop wordt gehouden door de armen, met de voeten in de lucht, terwijl het hoofd op de grond rust. Met oefening en concentratie kun je de houding beheersen en een van de meest gecompliceerde omkeringen van yoga uitvoeren.

Deel een van de drie:
Je stichting bouwen

  1. 1 Hurk op je tenen. Vanuit staande positie kun je jezelf naar een gehurkte positie brengen. Balanceren op je tenen met je armen tussen je knieën en je handen in elkaar geklemd.[1]
  2. 2 Laat jezelf op je knieën zakken. Laat je knieën op de grond rusten, plaats je handen en onderarmen recht voor je uitgestrekt. Je bevindt je in een positie die erg lijkt op de pose van het kind. Verspreid je knieën breed, terwijl je ervoor zorgt dat je grote tenen elkaar raken. Laat je billen op je hielen rusten en plaats je voorhoofd op de grond.[2]
  3. 3 Gebruik je armen om je basis te bouwen. Vergrendel je vingers en plaats je ellebogen op schouderbreedte uit elkaar op de mat. Zorg ervoor dat je armen horizontaal vooraan staan.[3]
    • De ellebogen moeten ongeveer één onderarmlengte van elkaar verwijderd zijn. Dit is ongeveer 30 cm of 1ft.
  4. 4 Plaats je handen om je hoofd vast te houden. Maak een kom met je handen die je hoofd vasthoudt. Zorg ervoor dat je vingers comfortabel zitten en niet geplet worden.[4]
    • Afhankelijk van welke hand op de bodem ligt, kan de kleine of pinkachtige vinger soms in de weg zitten. Je kunt het in de kom doen die je hebt gemaakt door je vergrendelde handen of iets eronder.
  5. 5 Leg je hoofd in je handen. Buig naar voren en plaats de bovenkant van je hoofd op de grond en de achterkant van je hoofd tussen je handpalmen. Zorg ervoor dat je controleert of je schouders niet te veel druk uitoefenen op je hoofd en nek. Test dit door uw hoofd in uw handen heen en weer te bewegen.[5]

Tweede deel van de drie:
Je lichaam verhogen

  1. 1 Strek je benen. Verleng uw beide benen en hef uw billen in de lucht. Houd je knieën recht.[6]
    • Deze beweging is vergelijkbaar met die gemaakt tijdens een neerwaartse houding bij honden of dolfijnen.[7]
    • Zorg dat je opwarmt voordat je deze pose probeert. Als je hamstrings te strak zijn, zal deze beweging heel moeilijk zijn om te doen.
  2. 2 Loop met je voeten naar je handen. Neem langzaam kleine stappen naar voren totdat het hoofd, de nek en de rug een rechte lijn vormen en loodrecht op de grond staan. Je bovenlichaam moet volledig verticaal zijn.[8]
    • Kijk niet in de spiegel omdat dit ertoe kan leiden dat u uw evenwicht verliest. Als je de pose voor de eerste keer probeert, zorg dan dat je een ervaren beoefenaar van yoga hebt om je te helpen.
    • Meer gevorderde beoefenaars kunnen mogelijk hun benen recht omhoog tillen zonder ze naar hun hoofd te laten gaan.
  3. 3 Til je voeten langzaam van de vloer. Een voor een buig je je knieën en til je je voeten geleidelijk van de vloer. Trek elke knie naar je borst en houd je tenen omhoog gericht. Houd je rug en schouders rechtop in de grond om je evenwicht te behouden.[9]
    • Voor meer gevorderde beoefenaars, probeer je benen recht voor je uit te strekken, in plaats van je knieën naar je borst te buigen.
  4. 4 Strek je benen naar boven. Strek je benen langzaam naar het plafond. Strek je benen en houd je tenen gericht. Houd je evenwicht in stand door je te concentreren op het duwen door rug, schouders en armen de grond in.[10]
    • Concentreer je op je ademhaling. Adem uit als je eenmaal je knieën naar je borst hebt gebracht en ze vervolgens naar het plafond richt wanneer je inademt.

Derde deel van de drie:
Vrijgeven van de pose

  1. 1 Laat de knieën weer zakken tot op de borst. Zodra je de positie hebt voltooid, breng je de knieën geleidelijk terug naar de borst. Buig op de heupen tot je knieën dicht bij je borst komen. Blijf focussen op je ademhaling en duw de grond in voor balans.[11]
  2. 2 Plaats beide voeten op de vloer. Eén voor één laat je je tenen op de grond zakken. Houd je knieën en rug recht. Houd deze positie zo nodig even vast om een ​​balans te vinden.[12]
  3. 3 Keer terug naar je handen en knieën. Buig de knieën en laat je heupen zakken. Ga naar de grond totdat je gewicht op je benen zit. Breng je bovenlichaam naar beneden en laat je hoofd op de grond rusten. Blijf gedurende 15 tot 30 seconden in deze houding.[13]
  4. 4 Rol terug in zittende positie. Til je hoofd op en strek je rug. Verplaats langzaam je gewicht naar voren op je tenen. De een na de ander strek je benen in zittende houding met je billen op de grond. Je rug moet nog steeds recht en verticaal zijn met de grond.[14]
  5. 5 Verlaag jezelf in liggende positie. Leun achterover en plaats je ellebogen op de grond. Verlaag geleidelijk uw bovenlichaam totdat uw rug de grond raakt. Strek uw armen en benen een beetje uit en creëer een comfortabele en ontspannen houding. Sluit je ogen en concentreer je op je ademhaling.[15]