Je heupbuigers bevinden zich op je dijen net onder je heupbotten. Met deze spieren buig je je in de taille en til je je knieën op. Het strekken van uw heupbuigers voorkomt zowel heup- als lage rugklachten.
Methode één van de twee:
In de uitgangspositie komen
-
1 Laat jezelf op je knieën zakken bovenop een oefenmat. Laat je achterste op je hielen rusten en steun jezelf op je tenen op de mat.
-
2 Leun naar voren op je handpalmen om je lichaamsgewicht te ondersteunen.
-
3 Til je linkerknie op en laat de zool van je linkervoet op de grond rusten. Uw linkerknie moet in een hoek van 90 graden worden gebogen en uw linkervoet moet zich direct onder uw linkerknie bevinden wanneer deze op de mat rust. Je rechterknie zal nog steeds op de grond rusten en de tenen van je rechtervoet blijven in contact met de mat.
-
4 Til je handpalmen van de vloer en strek langzaam je rug tot je bovenlichaam rechtop staat.
-
5 Plaats je linkerhand op je linkerbeen. Deze plaatsing biedt u extra stabiliteit.
-
6 Plaats je rechterhand op je rechterheup. Dit voorkomt dat je in de taille buigt.
Methode twee van twee:
De oefening uitvoeren
-
1 Adem uit, buig je linkerknie en leun naar voren. Buig je knie tot je voelt dat je dij in contact komt met de achterkant van je kuit. Gebruik je linkervoet om je lichaamsgewicht te ondersteunen terwijl je je rug recht houdt. Span je buikspieren aan om tijdens de hele oefening je rug recht te houden.
-
2 Houd het stuk 30 seconden vast en adem comfortabel. Je voelt het stuk in je boven rechtse dij.
-
3 Adem in en keer terug naar je startpositie. Druk van je linkervoet af en houd je buikspieren strak zodat je bovenlichaam verticaal wordt.
-
4 Herhaal de oefening met je linkerknie op de mat en je rechterbeen in een hoek van 90 graden.
Facebook
Twitter
Google+