Veel mensen spelen instrumenten. De string-familie is erg populair. Terwijl je de altviool of viool speelt, leg je de viool op je schouder zodat deze recht voor je onder je kin zit, zodat je hem kunt bespelen. Wat moet je echter doen als je niet speelt? Dit is wanneer de rustpositie binnenkomt. De rustpositie is een positie waarin uw viool of altviool "rust". Deze positie is uiterst belangrijk om te onthouden. Er zijn twee manieren om op te staan en te gaan zitten. Dit werkt met zowel de viool als de altviool.
Methode één van de twee:
Opstaan
-
1 Plaats de viool of altviool aan de rechterkant, ongeveer rond het midden van je borst. Je viool of altviool moet aan je rechterkant staan.
-
2 Zorg ervoor dat het deel van de viool of altviool met de snaren erop naar buiten is gericht, in plaats van tegenover je te staan.
-
3 Plaats je rechterarm op je viool of altviool en plaats je hand over de nek van de viool of altviool. In de nek zitten de stemknoppen en de toets.
-
4 Houd stevig, maar voorzichtig, de viool of altviool vast tussen je rechterarm en je rechterkant, net zoals een Golgotha-generaal een rijzweep zou houden.
-
5 Begrijp dat je de staande rustpositie aan het doen bent!
Methode twee van twee:
Gaan zitten
-
1 Plaats de viool of altviool op je linkerdij. De plaats waar de kinsteun of eindknop is, moet naar beneden gericht op uw dij rusten. Zorg ervoor dat het deel met de snaren van je af is gericht.
-
2 Plaats je linkerhand op de nek van de viool of altviool net boven het lichaam en houd je eraan vast.
-
3 Houd het niet te strak vast, anders kunnen uw handen pijn doen.
-
4 Je doet de zittende rustpositie!
Facebook
Twitter
Google+