U kunt vaak zien of er een probleem is met uw wielophanging, alleen hoe het voelt tijdens het rijden, maar het kan moeilijk zijn om problemen te beoordelen zonder het voertuig op te zetten en de onderdelen van de wielophanging zelf te inspecteren. Er zijn een aantal verschillende soorten ophangingen die u in uw voertuig kunt vinden, maar sommige dingen om naar te zoeken zijn redelijk universeel.

Methode één van de vier:
Tekenen van problemen met ophanging identificeren

  1. 1 Let op als je rit ruw begint te voelen. Na verloop van tijd kunnen onderdelen van uw wielophanging verslijten. Hoewel visueel inspecterende onderdelen u vaak kunnen laten weten of ze zijn aangetast, is de eenvoudigste manier om te bepalen of u een probleem met de ophanging ondervindt, door aandacht te besteden aan hoe de rit in uw voertuig voelt. Als het steeds ruwer is geworden, is het waarschijnlijk omdat de ophanging niet langer de hobbels absorbeert zoals het hoort.[1]
    • Als u tijdens het rijden meer hobbels en beven voelt, is er mogelijk een probleem met uw schorsing.
    • Soms komt een ruwere rit gepaard met hoorbare piepgeluiden als de vering worstelt om hobbels op de weg te beheersen.
  2. 2 Let op als uw voertuig tijdens bochten trekt of piept. Als u tijdens het afslaan het gevoel krijgt dat het voertuig tegen u aan werkt, is dit waarschijnlijk het gevolg van een onderdeel met een falende ophanging. Verschillende onderdelen van uw wielophanging kunnen de stuurreactie, hoek van de banden en het midden van de balans van het voertuig beïnvloeden. Elk van deze elementen kan uw voertuig omslachtig of moeilijk om te draaien maken. Een slecht eind van de trekstang maakt de stuurrespons traag. Als u een hoorbare kreek hoort terwijl u aan het wiel draait, kan dit het gevolg zijn van een slecht lager kogelgewricht. Omgekeerd, als u tijdens een beurt hoort kloppen terwijl het gewicht in het voertuig wordt overgedragen, kan dit worden veroorzaakt door een slechte link naar het uiteinde van de slinger.[2]
    • Let op hoe het voertuig reageert terwijl je ronddraait en vergelijk het met je eerdere ervaringen in het voertuig om te beoordelen of er een probleem is.
    • Luister aandachtig om te zien of onderdelen van uw ophanging onder druk piepen.
    • Elk voertuig gedraagt ​​zich een beetje anders tijdens het draaien, dus eerdere ervaringen met het voertuig kunnen het beoordelen van problemen veel gemakkelijker maken.
  3. 3 Inspecteer de slijtage van het loopvlak van uw banden. Uw banden moeten redelijk gelijkmatig over de breedte van het loopvlak worden gedragen. Als u uw banden regelmatig laat draaien, moeten ze bijna overal gelijkmatig worden gedragen. Als u merkt dat de binnen- of buitenkant van de band sneller slijt dan de rest, kan dit een probleem zijn met de wielvlucht van uw wielen en banden. Camber is de term die wordt gebruikt om de hoek van het wiel ten opzichte van het voertuig en de weg te beschrijven.[3]
    • Een voertuig met een negatieve wielvlucht zal de binnenkant van de banden sneller slijten.
    • Een voertuig met een positieve wielvlucht zal de buitenkanten van de banden sneller slijten.
    • Camber wordt bepaald door uw ophangingscomponenten en wieluitlijning.
  4. 4 Probeer abrupt te remmen om te zien of de neus duikt als je stopt. Als u problemen ondervindt met uw voorstijlen of schokken, kan het zijn dat uw ophanging moeite heeft om het voertuig onder hard remmen te houden. Stop snel in een veilige omgeving en let op de voorkant van uw auto. Als de neus van het voertuig duikt of valt terwijl u langzamer rijdt, kan dit het gevolg zijn van slechte schokken of stutten. Als u tijdens het remmen een hoorbare klap van de voorkant van het voertuig hoort, is er een probleem met uw bedieningsarm of subframe-bus.[4]
    • Uw vering moet in staat zijn om het gewicht van uw voertuig te ondersteunen en in de meeste situaties op een redelijk niveau te houden.
    • De voorhoek van uw voertuig kan ook naar beneden vallen als u in dezelfde richting draait. Dit wordt veroorzaakt door dezelfde fout.
  5. 5 Kijk of het voertuig horizontaal staat. Terwijl het voertuig geparkeerd staat, loop er omheen en bekijk visueel hoe hoog het lijkt te zitten. Als de ene kant van de auto hoger ligt dan de andere, zijn er waarschijnlijk versleten of kapotte ophangcomponenten die de schuld hebben.[5]
    • Het is niet ongebruikelijk dat de voorkant van het voertuig in veel voertuigen, zoals pick-up trucks, iets lager rijdt dan de achterkant, maar het voertuig moet anders waterpas zijn.
  6. 6 Besteed aandacht aan zwaaien en stuiteren bij lage snelheden. Uw voertuig zou geen moeite moeten hebben om hobbels in de weg bij lage snelheden te weerstaan. Als je over een hobbel gaat en je voertuig heen en weer zwaait of stuitert nadat je de hobbel hebt gepasseerd, worstelt je vering om het gewicht van het voertuig te dragen.[6]
    • Uw voertuig zou over een hobbel heen moeten kunnen gaan en snel kalm kunnen raken bij lage snelheden.
    • Als uw voertuig heen en weer zwaait nadat u over een hobbel heen bent gegaan, is er waarschijnlijk een probleem met uw wielophanging.

Methode twee van vier:
Uw voorvering overschrijden

  1. 1 Inspecteer visueel uw steunpilaren of schoktorens. Open de motorkap van uw voertuig en kijk naar beide kanten. De stutten of schoktorens zullen zich door het spatbord boven elk wiel uitstrekken en worden vastgezet met een of een reeks bouten of moeren. Kijk de bevestigingen na en zorg ervoor dat ze niet bedekt zijn met roest en niet loszitten of op een andere manier aangetast zijn.[7]
    • Als uw steunpilaren of schoktorens niet goed zijn bevestigd, kunnen ze niet goed functioneren.
    • Roest kan de bouten en moeren die onderdelen op hun plaats houden evenals de onderdelen zelf in gevaar brengen.
  2. 2 Meet de rijhoogte op uw voorwielen. Gebruik een liniaal of meetlint om de lengte van lege ruimte tussen de bovenkant van de band en de onderkant van de spatborden goed aan de bestuurderskant van uw voertuig te bepalen. Herhaal het proces aan de passagierszijde en controleer of er een verschil is. Hoewel een kleine variatie in orde is (een halve inch of minder), moeten de twee redelijk gelijk zijn.[8]
    • Als ze niet even zijn, is de kant die lager ligt waarschijnlijk de plek waar het probleem ligt.
    • Als ze gelijk zijn, kan er nog steeds een probleem zijn met de opschorting die beide partijen gelijk beïnvloedt.
  3. 3 Krik het voertuig op. U moet onder het voertuig stappen om de toestand van uw veersysteem visueel te inspecteren. Plaats een trolley of schaarkrik onder het voertuig op een van de daarvoor aangegeven jack-punten voor de voorkant. Als u niet zeker weet waar u de jackpunten van uw voertuig kunt vinden, raadpleegt u de gebruikershandleiding van uw voertuig voor meer informatie. Krik de auto op tot deze hoog genoeg is om eronder te werken, plaats dan de kriksteunen onder de auto om het gewicht te dragen voordat je aan je visuele inspectie begint.[9]
    • Werk nooit onder een voertuig dat wordt ondersteund door een krik zonder kriksteunen.
  4. 4 Inspecteer de vetlaarzen en rubberen bussen visueel op tekenen van beschadiging. Zodra u zich onder uw voertuig bevindt, begint u aan één wiel en kijkt u rond naar de rubberen bussen die metalen onderdelen van uw ophanging van elkaar scheiden. Ze zijn meestal zwart, hoewel ze na verloop van tijd grijs kunnen worden. Er zijn misschien wel veertig individuele bussen tussen componenten van je wielophanging, hoewel ze vaak rond zijn met een gat in het midden (zoals een donut). Telkens wanneer u een stuk rubber in uw ophanging vindt, wordt het als een bus beschouwd. Als u scheurtjes of scheuren in bussen opmerkt, moeten deze worden vervangen.[10]
    • Zodra een rubberen bus begint te slijten, zal het meer beweging mogelijk maken tussen de ophangingcomponenten dan moet worden toegestaan, wat resulteert in een veranderde dynamiek van de ophanging en waarschijnlijk uw rit ruwer maakt.
    • Gescheurde of ontbrekende bussen kunnen het vermogen van uw voertuig om hobbels of zelfs sturen te weerstaan ​​ernstig in gevaar brengen.
    • Foutmeldingen van de gemeenschappelijke bus in uw ophanging kunnen bestaan ​​uit scharnierende stangkoppelingen (aan elk uiteinde van de stabilisatorstang), sleeparmbussen een draaipunt van de as op het voertuig of de bussen in de bovenste of onderste bedieningsarmen.
  5. 5 Controleer of er teveel speling is in de uiteinden van de trekstang. Zoek de stuurbekrachtigingskast en volg de armen naar de wielen toe. Als u niet zeker weet waar de stuurbekrachtigingskast zich in uw voertuig bevindt, raadpleeg dan de onderhoudshandleiding die specifiek is voor het jaar, het merk en het model van uw auto of vrachtwagen. De uiteinden van de staartstangen dienen als verbindingspunten tussen de stuurkast en de wielen, dus als de bussen worden beschadigd, kan dit leiden tot dode hoeken in uw stuurinrichting en een verminderde hanteerbaarheid.[11]
    • Als u een "dode hoek" in uw stuur hebt opgemerkt, is dit waarschijnlijk het gevolg van te veel speling veroorzaakt door een slecht eind van de trekstang.
    • Een volledig defect trekstanguiteinde kan zeer gevaarlijk zijn, omdat het kan voorkomen dat u het voertuig kunt besturen. Vervang de spoorstangeinden voordat ze zo versleten zijn dat ze volledig falen.

Methode drie van vier:
Inspectie van uw achterwielophanging

  1. 1 Krik de achterkant van de auto op. Lokaliseer de achterste jackpunten voor uw voertuig en plaats er een jack onder. Als de voorkant van uw voertuig op kriksteunen rust, kunt u deze in de lucht laten, maar als u slechts twee kriksteunen heeft, moet u de voorkant van de auto laten zakken en die kragen gebruiken om de achterkant te ondersteunen terwijl u werkt .[12]
    • Terwijl de voorwielen van het voertuig niet op de grond hoeven te liggen om de achterwielophanging te inspecteren, moet u de kriksteunen onder de achterkant plaatsen om onder het voertuig te klimmen.
    • Als de voorwielen op de grond staan, plaats dan een wielblok voor hen om te zorgen dat het voertuig niet naar voren kan schuiven terwijl u het opkrikt of eenmaal op de kriksteunen.
  2. 2 Veeg elke verbinding schoon en inspecteer de bussen op beschadiging. De achterwielophanging heeft veel minder onderdelen dan de voorkant, maar ze moeten worden geïnspecteerd op dezelfde tekenen van schade. Het is waarschijnlijk dat veel modder en puin vast komen te zitten door de achterwielophanging, dus het is mogelijk dat u de bussen moet afnemen met wat water en een doek om ze goed te kunnen inspecteren.[13]
    • Het is niet nodig om de verbindingen en bussen schoon te vegen als u ze gemakkelijk kunt zien.
    • Zoek naar dezelfde tekenen van kraken of scheuren in de rubberen bussen.
  3. 3 Inspecteer bouten en moeren op roest en vastheid. Controleer de bouten en moeren die worden gebruikt om componenten van de ophanging aan elkaar en het voertuig te bevestigen op tekenen van overmatige roest en om te zorgen dat ze goed vastzitten. Gebruik een schroevendraaier om te porren bij de bevestigingshardware die roestig lijkt. Als er stukjes van de geroeste moer of bout loskomen terwijl je er op prikt, moet de hardware worden vervangen.[14]
    • Als u merkt dat een van de moeren of bouten in de loop van de tijd los zijn geraakt, gebruikt u een geschikte hand- of dopsleutel om ze weer vast te draaien.
    • Als delen van het frame of de onderdelen van de ophanging zelf te verroest zijn, moet u het voertuig naar een monteur brengen om het te laten repareren.
  4. 4 Inspecteer één wiel tegelijk met een onafhankelijke achterwielophanging. Als uw voertuig is uitgerust met een onafhankelijke achterwielophanging, moet u elke kant van het voertuig opkrikken om de vering aan die kant te inspecteren. Hoewel u dit wellicht niet nodig hebt bij een bepaald voertuig, moet u erop anticiperen dat u het wiel en de band moet verwijderen om de onderdelen van de ophanging te kunnen openen en inspecteren.[15]
    • Inspecteer een onafhankelijke achterwielophanging door te zoeken naar tekenen van schade aan de bussen of overtollige roest op de bevestigingsmaterialen of ophangingsonderdelen.
    • Ophangcomponenten zijn ontworpen om het gewicht van het voertuig onder belasting te dragen, dus u moet het niet met de hand kunnen verplaatsen. Als u een onderdeel met de hand kunt verplaatsen, is het te los of is de bus niet goed.

Methode vier van vier:
Een bounce-test uitvoeren

  1. 1 Parkeer uw voertuig op een stevige, vlakke ondergrond. Als u een bounce-test wilt uitvoeren, moet u alle variabelen verwijderen die van invloed kunnen zijn op de manier waarop het voertuig herstelt van stuiteren. Zachte of ongelijkmatige ondergrond kan van invloed zijn op hoe het voertuig zit, waardoor u een minder betrouwbare uitkomst krijgt.[16]
    • Blacktop of beton zijn de geprefereerde oppervlakken om deze test uit te voeren.
    • Een ongelijk oppervlak zal het gewicht van het voertuig verschuiven, waardoor de ophanging anders reageert dan anders.
  2. 2 Druk stevig op de voorkant van het voertuig. Voor de bounce-test moet u de ophanging van het voertuig comprimeren en beoordelen hoe deze herstelt. Plaats hiervoor beide handpalmen op een stabiel deel van de voorkant van het voertuig (de kap volstaat) en druk het met al uw gewicht naar beneden. Neem je handen weg en bekijk het voertuig terwijl het weer oprijst.[17]
    • Druk op de kap vlakbij de voorkant van de auto om te voorkomen dat er een deuk in komt.
    • Als u niet genoeg druk op het voertuig kunt uitoefenen om de vering te comprimeren, vraag dan een vriend om te helpen.
  3. 3 Tel hoeveel stuiteren de ophanging nodig heeft om te herstellen. Nadat het voertuig is losgelaten, moet het weer stuiteren en zichzelf rechtop zetten in een enkele veerweg. Als het een paar keer stuitert terwijl het bezinkt, zijn de schokdempers aan de voorkant van uw voertuig waarschijnlijk slecht.[18]
    • Zelfs als je verschillende keren op de kap drukt voordat je hem loslaat, moet hij zichzelf nog steeds rechtzetten met slechts één veerkracht.
  4. 4 Herhaal de test aan de achterkant van het voertuig. Nadat u de voorwielophanging hebt beoordeeld, gaat u naar de achterkant van het voertuig en herhaalt u het proces door op het kofferdeksel te drukken. Net als de voorkant zou de achterwielophanging zichzelf moeten kunnen rechtzetten na een enkele stuitering.[19]
    • Als het voertuig een paar keer stuitert voordat het weer bezinkt, breng het dan naar een professional om de schokdempers te laten bekijken.
    • Druk niet op spoilers of vinnen, deze zijn vaak gemaakt van glasvezel en breken onder druk.