Aardappelsuikergoed is een heerlijke, ouderwetse traktatie met een ongewone smaak. Het snoepje wordt gemaakt door gezoete aardappelpuree uit te rollen, vervolgens uit te smeren op pindakaasvulling en het snoep in individuele broodjes te snijden. Aardappelsnoep is een goedkoop en smakelijk dessert dat gemakkelijk te maken is als je je gebruikelijke dessertrepertoire beu bent.

ingrediënten

  • 1 middelgrote aardappel
  • ½ theelepel (2.46 ml) zuiver vanille-extract
  • 2 pond (.907 kg) suikergoedsuiker
  • ½ kop (118,3 ml) pindakaas

Deel een van de drie:
Mashing the Potato

  1. 1 Kook een pot water en voeg de aardappel toe. Plaats een middelgrote pan met water op het fornuis. Strooi het in een snuifje zout, zet het vuur dan op middelhoog en breng het water aan de kook. Als het water kookt, laat de aardappel dan vallen.[1]
  2. 2 Bak de aardappel een kwartier. Houd de aardappel ongeveer vijftien minuten in het hete water. Gebruik na vijftien minuten een grote opscheplepel om de aardappel uit het water te verwijderen. Por de aardappel met een vork. Als de aardappel zacht is en gemakkelijk doorboort, is de aardappel klaar met koken. Als het nog steeds moeilijk is, doe de aardappel dan terug in het water en kook meer tot hij gemakkelijk te doorboren is.[2]
  3. 3 Schep de binnenkant van de aardappel eruit. Nadat je de aardappel uit het warme water hebt gehaald, dep je het droog en wacht je tot het iets is afgekoeld, ongeveer vijf tot tien minuten. Snijd de aardappel in twee en gebruik een lepel om de gekookte, witte binnenkant van de aardappel eruit te scheppen.[3]
  4. 4 Pureer de aardappel. Leg de aardappelstukjes die je in een grote, stevige kom hebt geschept. Gebruik een aardappelstamper om de aardappelen te kloppen en stamp ze fijn tot een pasta.[4]
    • Je kunt ook een elektrische mixer gebruiken om de aardappel te pureren.

Tweede deel van de drie:
Smaakstof bereiden en bereiden

  1. 1 Voeg de vanille en poedersuiker toe. Als je een dikke, gladde pasta hebt gekregen, voeg dan ½ theelepel vanille-extract toe. Meng de twee pond suikergoed geleidelijk aan door het in een half pond per keer te gieten, en roer dan om te mengen.[5]
    • Je kunt ook esdoornsmaak of amandelextract gebruiken als je die smaken de voorkeur geeft aan vanille.
  2. 2 Roer om volledig te mengen. Als je alle suiker hebt toegevoegd, roer met een grote, stevige menglepel. Als alle toegevoegde suikers aanwezig zijn, moet het deeg erg dik en enigszins moeilijk te roeren zijn. Mix tot alle suiker is geïntegreerd en het deeg er uniform uitziet.[6]
  3. 3 Koel het deeg. Als je het deeg goed hebt gemengd, dek je het af en zet je het een uur in de koelkast. Door te koelen wordt het deeg dikker en stijver om het een betere textuur te geven.[7]
  4. 4 Strooi de suiker op een snijplank. Reinig een teller of een grote snijplank en strooi vervolgens poedersuiker in een dunne laag. Je kunt ook een stuk perkamentpapier op het aanrecht of de snijplank leggen en de suiker op het bakpapier strooien.[8]
  5. 5 Rol het deeg uit tot een rechthoek. Neem de kom met deeg uit de koelkast en plaats het deeg bovenop de gesuikerde snijplank of aanrecht. Gebruik een deegroller om het deeg uit te rollen tot een rechthoek die ongeveer 1/4 duim dik is.[9]
    • Als u merkt dat het deeg te zacht of plakkerig is, strooi dan meer poedersuiker.
  6. 6 Verspreid de pindakaas. Schep ½ kop pindakaas op de rechthoek van deeg. Gebruik een mes om de pindakaas gelijkmatig te verdelen tot het deeg in een dunne laag bedekt is.[10]
    • Afhankelijk van uw voorkeur kunt u gewone pindakaas of natuurlijke pindakaas gebruiken. Normale pindakaas heeft een zoetere smaak, of u kunt natuurlijke pindakaas gebruiken, die een meer robuuste smaak heeft.
  7. 7 Je kunt ook gladde of dikke pindakaas gebruiken. Dikke pindakaas zal een knelpunt toevoegen aan de aardappelsnoepjes.
  8. 8 Rol het deeg. Zodra u de laag pindakaas hebt toegevoegd, rolt u het deeg aan een kant van de rechthoek totdat het deeg in een cilindervorm is gerold. Zorg ervoor dat je niet te hard op het deeg drukt terwijl je rolt, maar probeer ook niet te losjes te rollen, anders zal er veel lege ruimte in de rol zijn.[11]
    • De rol moet een log-achtige vorm hebben die overal dezelfde dikte heeft.
    • Rol het deeg net zoals je zou doen voor een jelly roll of een kaneelbroodje.

Derde deel van de drie:
Verstevigen en serveren van de rollen

  1. 1 Koel de rol. Wikkel de aardappelrol voorzichtig in met bakpapier en plaats de rol vervolgens gedurende drie tot vier uur in de koelkast. Dit zal helpen om het houtblok te verstevigen zodat het stolt en gemakkelijker te eten is.[12]
  2. 2 Snijd de log van aardappelsnoep in afzonderlijke rollen. Haal het aardappelsnoepje na enkele uren uit de koelkast. Wrijf een stuk boter op een scherp mes en snijd de rol in plakjes die ongeveer 2,5 cm dik zijn.[13]
    • Het mes bevochtigen voorkomt dat de plakjes aardappelsnoep aan het mes blijft kleven.
  3. 3 Serveer op kamertemperatuur. Wacht tot de aardbeientjes op kamertemperatuur zijn gekomen en serveer dan! De aardappelkoekjes moeten een dikke en gladde textuur hebben en zoet en pindakaasachtig smaken![14]
  4. 4 Wikkel niet-opgegeten snoep in en bewaar in de koelkast. Als je snoep over hebt, verpak het dan in plasticfolie en bewaar het in de koelkast. Aardappelsnoep kan erg snel uitdrogen als het niet is ingepakt.[15]