Het maken van perfecte pasta is een essentiële keukenvaardigheid. De kans is groot dat als je spaghetti aan elkaar plakt, je een kleine culinaire faux pas begaat, zoals het spoelen van de pasta of het gebruik van te weinig water. Bij goede spaghetti draait alles om timing, van de eerste keer dat je je waagt tot wanneer je de pasta bedekt met saus.
Deel een van de twee:
Perfectioneer Pasta Water
-
1 Zorg ervoor dat je een heel grote pasta pot hebt. Een pastapot van zeven liter (6.6 liter) of groter maakt het mogelijk om een pond pasta te bereiden. Koken met meer dan voldoende water voorkomt ook klonteren, kleverige pasta.
-
2 Giet vijf tot zes kwart gallons (4.7 tot 5.6l) water in je soeppan voor elk pond (0,4 kg) spaghetti. Door teveel water kan de pasta snel weer koken nadat u uw droge pasta hebt toegevoegd.
- Het gebruik van veel water is uiterst belangrijk bij het bereiden van lange pasta's, zoals spaghetti of fettuccini. De lange pasta heeft ruimte nodig om over de pot te bewegen zonder aan de zijkanten te blijven plakken.
- Het gebruik van veel water is uiterst belangrijk bij het bereiden van lange pasta's, zoals spaghetti of fettuccini. De lange pasta heeft ruimte nodig om over de pot te bewegen zonder aan de zijkanten te blijven plakken.
-
3 Voeg een eetlepel (18 g) zout aan het water als het water aan de kook komt. Gezouten water zal de pasta een smaakje geven.
-
4 Voeg geen olie toe aan het water. Omdat de olie de spaghetti bedekt, voorkomt deze dat de pastasaus aan de buitenkant blijft kleven. Je pasta zal eerder aan elkaar plakken.[1]
Deel twee van twee:
Perfectioneer niet-kleverige spaghetti
-
1 Roer je pasta binnen een tot twee minuten aan het toevoegen aan de pot. Gebruik een timer, zodat u uw pasta niet te lang of te gaar kookt.
-
2 Houd het deksel van de pot, zodat het gelijkmatig kookt en niet overkookt.
-
3 Test je spaghetti twee minuten voordat de timer afgaat. Het moet stevig zijn voor de beet, ook wel "al dente" genoemd.[2]
-
4 Giet de spaghetti onmiddellijk leeg als deze klaar is. Wanneer u pasta kookt, zet het zetmeel in het water. Om te voorkomen dat het blijft plakken, moet je dat zetmeelrijke water meteen verwijderen.
-
5 Spoel je spaghetti niet af. Het zal het samen doen klonteren; zetmeel droogt op de pasta en maakt het plakkerig.
-
6 Gooi het met warme saus meteen nadat je het hebt gedraineerd. In plaats van aan elkaar te kleven, hecht de pastasaus zich aan de pasta.[3] Het resultaat moet een fluweelachtige, soepele pastaschotel zijn.
Facebook
Twitter
Google+