Dit artikel zal je helpen je swing te verbeteren of je leren zwaaien. Voor de meer gevorderde spelers zullen er ook enkele fundamentals zijn die het verschil kunnen maken tussen een single en een home run.

Stappen

  1. 1 Ga naar "The Ready Position":
  2. 2 Ga staan ​​met je benen op schouderbreedte uit elkaar.
  3. 3 Om ervoor te zorgen dat je buitenpaleisjes kunt bereiken, raak je het uiteinde van je knuppel naar de buitenhoek van de plaat. Als je de rand van de plaat niet het verst van je af kunt raken, pas dan jezelf aan zodat je kunt.
  4. 4 Zorg ervoor dat je een lichte knik in je knieën hebt. Stijve benen vereisen dat je je spieren aanspant, wat de kracht van je swing zal verminderen.
  5. 5 Pak je knuppel op. Je "kloppende knokkels" (je middelste knokkels die in het midden van je vingers buigen) moeten in de rij staan. Dit betekent dat de kloppende knokkels van je linkerhand in lijn moeten zijn met de kloppende knokkels van je rechterhand. Deze positie helpt je door je swing te bladeren, wat kracht toevoegt aan je swing.
  6. 6 Laat je knuppel op je achterste schouder rusten. Dit wordt de "rust" -positie genoemd. Je houdt deze positie vast totdat de pitcher zijn / haar pitch start tijdens een echte wedstrijd.
  7. 7 Til je vleermuis van recht omhoog, van je schouder af. Als u deze stap correct hebt voltooid, zou u in staat moeten zijn de duim van uw achterste hand uit te steken en uw oor aan te raken.
  8. 8 Zet je knuppel in de richting van de scheidsrechter. Dit zorgt ervoor dat je swing ALLEEN VOORUIT GAAT. Dit is een positieve swing. In tegenstelling tot honkbal, wil je je vleermuis niet terugtrekken om kracht te krijgen. Dat is een negatieve swing. De werper in softbal is dichterbij dan een honkbal werper, dus negatieve beweging werkt alleen in honkbal.
  9. 9 Wanneer de bal voor je is, breng je de knop van de knuppel (het einde van de knuppel waar de vleermuisgrip is) naar de bal. Dit is het hele concept van positieve beweging.
  10. 10 Strek je handen naar de bal. Wanneer je contact maakt met de bal, rol je je polsen over en strek je je polsen uit richting het outfield.
  11. 11 Nadat je je polsen hebt geklikt, draai je je achterste voet en richt je deze naar de werper. Draai je heupen richting de kruik.
  12. 12 Het laatste deel van de swing is het vervolg. Stop niet met het inzetten van je kracht in je swing wanneer je contact maakt met de bal. Dit is een veelgemaakte fout en het vermindert de kracht van je swing. Trek je arm naar achteren en stop hem onder je schouder.
  13. 13 Run de honken na elke slag, of je nu verwacht dat een velders de bal vangen of niet, doe de moeite om de basis te bereiken.