Big Two is een populair speelkaartspel in heel Azië. Het doel van het spel is om als eerste al je kaarten kwijt te raken. Ideaal gespeeld met vier personen, grote twee is eenvoudig op te pikken en snel te spelen. Met een gewoon spel kaarten en een paar minuten om de regels te leren, speel je in een mum van tijd met gemak.

Deel een van de twee:
Voorbereiden om te spelen

  1. 1 Pak een pak speelkaarten. Een deel van de populariteit van Big Two is dat het een van de vele spellen is die gespeeld kan worden met een traditioneel 4-suit, 54-card (inclusief jokers) deck. Je hebt er waarschijnlijk al een in je huis die je in het verleden hebt gebruikt; pak het om te beginnen.[1]
    • Als je er een wilt kopen, maakt de maat / het ontwerp geen verschil, zorg er gewoon voor dat deze 4 volledige kleuren clubs, ruiten, schoppen en harten heeft.
  2. 2 Schud het spel.. Net als poker is big two een spel dat zijn kans grijpt uit de willekeur van het schudden en delen van kaarten. Je wilt heel grondig zijn in het schudden (verwijder eerst de twee jokers), vooral als je kaartspel een recente aankoop is. Als je klaar bent met shuffelen, "knip" je het kaartspel (verwijder een willekeurig aantal kaarten van de bovenkant van een stapel) en leg je de stapel opzij.
    • Als dit is voltooid, kies je een van de spelers om de dealer te zijn. De dealer krijgt geen speciale voordelen in de gameplay, dus het is min of meer een willekeurige keuze.
  3. 3 Bepaal eerst wie als eerste wordt behandeld. Voordat u kaarten uitdeelt, moet u eerst beslissen met wie u het best omgaat. In de grote twee wordt dit bepaald door de zojuist gemaakte stapel snippers. Kijk naar de onderste kaart van de gesneden stapel voor zijn rang, van aas tot koning (vervang dan de stapel bovenop het dek). Als je tegen de richting van de klok in gaat en met aas begint als 1, tel je spelers tot je de rang van de kaart onderaan de afgesneden stapel bereikt. Deze speler begint het spel.[2]
    • Als je met vier mensen speelt, komen bepaalde rangen overeen met spelers in de volgorde tegen de klok in, zodat je niet hoeft uit te rekenen.
      • Als de kaart een aas, een vijf of een negen was, wordt eerst de dealer gedeeld.
      • Als de kaart een twee, een zes of een tien was, wordt de speler rechts van de dealer eerst gedeeld.
      • Als de kaart een drie, een zeven of een boer was, wordt eerst de speler tegenover de dealer gedeeld.
      • Als de kaart een vier, een acht of een koningin was, wordt eerst de speler links van de dealer gedeeld.
  4. 4 Deel de kaarten uit. Begin met de speler die zojuist is bepaald, laat de dealer dertien kaarten (tegen de klok in) een voor een delen met elke speler. Deze dertien kaarten vormen de starthand van de speler, met als doel elke kaart te spelen die je hebt gekregen. Degene die de drie diamanten krijgt, begint het spel als eerste speler.[3]
    • Als je met drie spelers speelt, geef je elke speler zeventien kaarten en leg je de laatste kaart met de afbeelding naar boven op tafel. De speler met de drie van de diamanten neemt deze kaart in de hand, tenzij de kaart zelf de drie van de diamanten is, in welk geval de speler met de schoppen drie de kaart neemt.

Deel twee van twee:
Big Two spelen

  1. 1 Begin het spel door de drie van diamanten te spelen. In de regels van de grote twee zijn de drie van de diamanten de laagst geplaatste kaart, dus deze moet eerst op zichzelf of in een combinatie worden geplaatst. De regels van de grote twee draaien rond de eigen rangschikking van de kaarten en kleuren. De gameplay bestaat voornamelijk uit opeenvolgende spelers die steeds meer geplaatste kaarten plaatsen totdat ze niet meer kunnen.[4]
    • De naamgenoot van het spel komt van de rangorde van de kaarten van het spel (van hoog naar laag): 2, Aas, Heer, Vrouw, Boer, 10 tot 3. De kleuren zijn gerangschikt (van hoog naar laag): schoppen, harten, klaveren en diamanten.
    • Er zijn vier combinaties waarin kaarten kunnen worden gespeeld: afzonderlijke kaarten, kaartparen, drievouden en vijf kaartgroepen.
  2. 2 Speel de drie van de diamanten in een paar of triple. Als de speler met de drie van de ruiten nog drie in zijn hand heeft, of twee drie, dan kunnen ze overwegen de kaart in een dubbele of driedubbele kaart te spelen. Het voordeel hiervan is dat het de overgebleven spelers dwingt om ook een double of triple te spelen, wat mogelijk hun vermogen om kaarten uit hun hand te krijgen kan beschadigen.
    • Bij het spelen van een paar kaarten moeten ze van gelijke rang zijn (bijvoorbeeld twee negens of twee aansluitingen). Triples werken op dezelfde manier.
    • Hogere kleuren bepalen de rang onder gelijke paren (bijvoorbeeld een schoppen negen en van de diamant verslaat een harten en clubs, omdat de schoppen hoger zijn).
  3. 3 Speel de drie ruiten in een groep van vijf. Voor groepen van vijf kaarten zijn er vijf verschillende manieren om ze te spelen, veel van de combinaties lijken op die in poker. Uiteraard worden vijf kaartgroepen als de meest waardevolle beschouwd, omdat ze het moeilijkst bij elkaar passen en bovengemiddeld zijn. De groepen worden hier in rang van laag naar hoog weergegeven:
    • Je kunt een straat spelen, dat is vijf kaarten van een opeenvolgende rang in elke kleur (bijvoorbeeld zes harten, zeven ruiten, acht harten, negen klaveren en tien schoppen). Wanneer de rangen identiek zijn, bepaalt de reeks van de hoogste geplaatste kaart suprematie.
    • Vier soorten zijn ook mogelijk en u neemt elke andere kaart op om een ​​combinatie van vijf te maken. De vier moeten van dezelfde waarde zijn (bijvoorbeeld alle 4 zevens en een schoppen drie). Kiezen tussen twee vier soorten, de rangorde van de vier kaarten bepaalt de suprematie.
    • Je kunt een flush spelen, een combinatie van vijf kaarten van dezelfde reeks (bijvoorbeeld negen harten, zeven harten, zes harten, tien harten en drie harten). Hogere kleuren verslaan lagere kleuren, ongeacht de rangen. Tussen identieke kleuren bepaalt de hoogste kaart suprematie.
    • De volgende vijf kaartcombinatie is een full house, dat in wezen een paar en een triple is. Drie kaarten van één rang en twee van een andere (bijv.3 fours en 2 zevens, van elke reeks). Het kiezen tussen twee volledige huizen, suprematie gaat naar degene wiens drievoudige van een hogere rang is.
    • Straight flushes zijn ook mogelijk als vijf opeenvolgende kaarten van dezelfde reeks (met twee in dit geval met een score lager dan drie, met azen in staat om hoog of laag te zijn) - een voorbeeld is een schoppen acht, een schoppen negen, een tien van schoppen, een schoppenman en een schoppenvrouw. Tussen gelijke geplaatste flushes bepaalt het pak welke hoger is.
  4. 4 Ga door met spelen tot iedereen slaagt. De regels van de grote twee vereisen dat je steeds hoger geplaatste kaarten plaatst, en altijd van elke cijfercombinatie waarmee de ronde begon. Bijvoorbeeld, als de eerste speler (met de drie van de diamanten) het in een triple speelt, moet elke volgende speler een triple van hogere rang spelen.
    • Let op, je bent nooit verplicht om kaarten te spelen. Als u denkt dat het voordelig is om uw kaarten vast te houden, kunt u naar believen doorgeven.
    • Een groep met vijf kaarten kan worden overtroffen door een groep met vijf kaarten van een ander, sterker type. Ze worden hierboven in oplopende volgorde weergegeven (een straight flush kan elke combinatie van vijf kaarten verslaan).
    • Als u een hogere kaart of combinatie van kaarten niet kunt spelen, moet u slagen.
    • Zodra iedereen heeft gespaard, is een nieuwe ronde begonnen.
  5. 5 Begin een nieuwe ronde. Om opnieuw te beginnen, neemt u de stapel kaarten van de vorige ronde en legt u ze apart. De speler die niet heeft gepast (die het hoogst speelde) speelt het eerst door een enkele kaart of combinatie van kaarten te spelen. Net als bij de vorige rondes mogen opeenvolgende spelers alleen hogere rangkaartcombinaties van hetzelfde nummer spelen (of singles als een enkele kaart).[5]
    • Het spel gaat zo door totdat één persoon zijn laatste kaart heeft gespeeld. Zodra een speler zijn kaarten heeft leeggemaakt, worden deze automatisch de winnaar.
  6. 6 Scoor de overgebleven spelers. Van oudsher zullen grote twee scores bevatten om te bepalen wie de tweede, derde en laatste is. Dit gebeurt in de vorm van opgetelde strafpunten, bepaald door het aantal kaarten dat nog in de hand is. De speler met het laagste aantal punten wordt tweede, de volgende laagste, derde; en de speler met de meeste zal de laatste zijn.
    • Voor degenen met negen kaarten of minder in de hand, tellen ze een punt per kaart.
    • Voor spelers met tien, elf of twaalf kaarten in hun kaarten, tellen ze twee punten per kaart.
    • Voor spelers met alle kaarten die nog in hun hand zijn, wordt hun score automatisch 39 (3 punten per kaart).