Het moederbord is de ruggengraat van uw computer. Al uw componenten worden op het moederbord aangesloten, dus als u er zeker van bent dat u het op de juiste manier installeert, is dit de eerste stap naar het bouwen van uw eigen computer of het upgraden van een oude computer. Lees verder na de sprong om binnen enkele minuten een nieuw moederbord in uw computerbehuizing te installeren.

Stappen

  1. 1 Open je computerkast. Verwijder vervolgens beide zijpanelen voor gemakkelijke toegang tot de moederbordlade. De moederbordlade kan uit de behuizing worden verwijderd, waardoor u het moederbord gemakkelijk kunt installeren zonder dat u onder vreemde hoeken hoeft te werken. Niet alle cases hebben verwisselbare moederbordladen.
    • De moederbordlade wordt meestal vastgehouden met twee schroeven. Zet deze opzij zodat je ze niet kwijtraakt.
    • Het installeren van een moederbord betekent meestal dat u in feite een nieuwe computer bouwt. U moet uw besturingssysteem opnieuw installeren als u een upgrade uitvoert en u moet alle systeemstations formatteren. U kunt niet eenvoudigweg upgraden naar een nieuw moederbord zonder alles opnieuw te installeren op uw computer.
  2. 2 Maak jezelf af. Voordat u aan de binnenkant van uw computer begint te werken of het moederbord gebruikt, moet u eventuele elektrostatische lading ontladen. U kunt een waterkraan aanraken om uw elektrostatische lading te ontladen.
    • Draag een antistatische polsband tijdens het werken op de computer om elektrostatische schade te voorkomen.
  3. 3 Vervang het I / O-paneelscherm. Deze bevindt zich aan de achterkant van de behuizing, waar de connectoren voor het moederbord uitkomen voor uw monitor, USB-apparaten en andere randapparatuur. In de meeste gevallen is er een standaardpaneelschild geïnstalleerd dat moet worden verwijderd en vervangen door het paneel dat bij het moederbord is geleverd.[1]
    • Breng druk aan op alle vier de hoeken van het paneel om het in de behuizing te bevestigen. Hij moet op zijn plaats klikken.
    • Zorg ervoor dat u het paneel in de juiste richting installeert. Vergelijk het met de daadwerkelijke lay-out van de connectoren op het moederbord om te controleren of het op de juiste manier werkt.
  4. 4 Vind de afstandspunten. Afstandsbewegingen houden het moederbord boven de behuizing. Dit voorkomt dat het kortsluiting veroorzaakt en helpt koelen. Sommige gevallen komen met afstand houden, terwijl anderen dat niet doen. Je moederbord zou ook met zijn eigen afstandsstukken moeten komen die je kunt gebruiken.
  5. 5 Installeer de afstandstukken. Overeenkomen met de gaten op het moederbord met de beschikbare standoff locaties op de moederbord lade. Elke kast en elk moederbord is anders en alle hebben verschillende gatconfiguraties. Lijn het moederbord uit om te zien waar u afstand kunt doen om het te beveiligen. Bij elk gat dat mogelijk op uw moederbord zit, moet een impasse geïnstalleerd zijn.
    • De meeste afstandhouders schroeven in hun gaten, maar sommige worden als pinnen naar binnen gedrukt.
    • Niet alle moederborden kunnen zich met alle beschikbare gaten verbinden. Verbind zo veel mogelijk afstandhouders, maar gebruik nooit extra afstandhouders. Afstanden mogen alleen worden geïnstalleerd op locaties met een overeenkomstig gat in het moederbord.[2]
  6. 6 Plaats je moederbord op de afstandsplaatsen. De gaten en de afstandhouders moeten allemaal uitkomen. Als de lade van het moederbord niet uit de doos komt, moet u het moederbord voorzichtig tegen het I / O-paneel aan de achterkant van de behuizing drukken om het te passen. Start het moederbord vast met schroeven.
    • Draai de schroeven niet te vast. Zorg ervoor dat het stevig maar niet te strak is. Gebruik geen elektrische schroevendraaier.
    • Gaten zonder metaal hebben kartonnen ringen nodig tussen de schroef en het moederbord. Het is het beste om helemaal geen niet-metalen gaten te gebruiken.
  7. 7 Installeer uw componenten. Voordat u de moederbordlade met het nieuw bevestigde moederbord in de behuizing terugplaatst, installeert u uw CPU, CPU-koeler en RAM. Als u dit nu doet, wordt het veel gemakkelijker om alles te bereiken. Als uw moederbord niet op een verwijderbare lade staat, installeert u uw componenten na de bedrading.
  8. 8 Sluit de voeding aan. Zodra het moederbord is beveiligd, kunt u beginnen met het aansluiten van uw componenten. Het wordt aanbevolen om eerst de voeding aan te sluiten, omdat de pluggen later moeilijk te bereiken zijn. Zorg ervoor dat zowel de 20/24-pins connector is aangesloten als de 4/8-pins 12V-connector.
    • Raadpleeg de documentatie van uw stroomvoorziening als u niet zeker weet welke kabels u moet gebruiken.
  9. 9 Sluit uw voorpaneel aan. Om uw computer aan te zetten met de aan / uit-knop aan de voorzijde of te zien wanneer de harde schijf wordt gebruikt, moet u de schakelaars en indicatoren op het frontpaneel aansluiten. Zoek de volgende draden en verbind ze met de juiste pinnen op het moederbord:
    • Stroomschakelaar
    • Reset schakelaar
    • Activatie lampje
    • Vaste schijf (HDD) LED
    • spreker
  10. 10 Sluit de USB-poorten aan de voorkant aan. Sluit alle voorste USB-poorten aan op de juiste connectoren op het moederbord. Deze zijn meestal gelabeld. Zorg ervoor dat de juiste pluggen op de juiste pinten zijn geplaatst.
  11. 11 Verbind de ventilatoren. Sluit een case en CPU-fans aan op de juiste pinnen op het moederbord. Er zijn meestal meerdere plaatsen om chassisventilatoren aan te sluiten, evenals een twee-pins connector in de buurt van de CPU voor de CPU-ventilator.
  12. 12 Installeer uw schijven. Zodra het moederbord is beveiligd en verbonden, kunt u beginnen met het aansluiten van uw schijven erop. Zorg ervoor dat u uw SATA-harde schijven en optische stations aan de juiste SATA-poorten op uw moederbord bevestigt.
  13. 13 Installeer een videokaart. Een van de laatste componenten die u moet installeren, is de videokaart. De kaart neemt de meeste ruimte in beslag en maakt het bereiken van andere gebieden moeilijk. Het installeren van een videokaart kan optioneel zijn, afhankelijk van uw systeem en behoeften.
  14. 14 Pas uw bedrading aan. Nu alles op uw moederbord is aangesloten, is het tijd om die bedrading te verplaatsen, zodat de warmte niet bekneld raakt of draden niet vast komen te zitten in ventilators. Stop de overtollige kabel in de reserveaansluitingen en gebruik kabelbinders om kabels samen te bundelen.Zorg ervoor dat al uw componenten voldoende ruimte hebben om te ademen.
  15. 15 Sluit de computer. Plaats de zijpanelen van de behuizing terug in de oorspronkelijke stand en schroef ze terug. Sluit uw computer en componenten aan. Zet uw computer aan en bereid u voor op de installatie van het besturingssysteem. Volg de onderstaande richtlijnen voor specifieke instructies voor uw besturingssysteem:
    • Installeer Windows 7.
    • Installeer Windows 8.
    • Installeer Windows XP.
    • Installeer Windows Vista.
    • Installeer Linux.