De PING-opdracht wordt gebruikt om de verbinding en latentie tussen twee netwerkverbindingen te testen. Deze verbindingen kunnen in een lokaal netwerk of een wide area network of het internet als geheel zijn. De opdracht PING verzendt pakketjes informatie naar een opgegeven IP-adres en meet vervolgens de tijd die nodig is om een ​​reactie van de opgegeven computer of apparaat te krijgen.

Stappen

  1. 1 Open een TERMINAL-venster
  2. 2 Typ 'ping' in het opdrachtvenster.
  3. 3 Raak de spatiebalk eenmaal.
  4. 4 Typ het IP- of websiteadres dat u wilt pingen, na de spatie. Als u bijvoorbeeld eBay wilt pingen, typt u 'www.ebay.com' achter de spatiebalk. Als u uw router wilt pingen, is dit misschien "192.168.1.1"
  5. 5 Druk op "Enter"."Als de website actief is en actief reageert, ontvangt u antwoorden van de server die u hebt gepingd met de volgende informatie:
    • Het IP-adres
    • Het aantal verzonden bytes
    • De tijd die het duurde in milliseconden
    • De TTL is Time to Live (dit gaf het aantal "hops" weer vanaf de computer dat werd gepingd vanaf de initiële TTL-waarde van die computer.)
  6. 6 Druk op CTRL C om de opdracht te stoppen en de resultaten weer te geven.
  7. 7 Analyseer de informatie. Hoe lager het roundtrip-nummer in milliseconden, hoe beter. Hoe hoger het roundtrip-nummer in milliseconden, hoe hoger de latentie, wat kan duiden op een netwerkprobleem tussen uw computer en de server die u hebt gepingd.