De rij en draai korte rij steek wordt vaak gebruikt om vormgeven aan gebreide kledingstukken, vooral truien, toe te voegen. Misschien vindt u deze steek in een patroon of wilt u misschien gewoon proberen hoe het werkt. Zolang je wat basis breiende vaardigheden hebt, zou je er geen problemen mee moeten hebben om te leren hoe je de omslag breit en een korte rij steek draait.

Deel een van de drie:
De eerste rij werken

  1. 1 Brei of averecht naar waar u de korte toer wilt beginnen. Begin uw korte rijen op dezelfde manier waarop u alle andere rijen hebt gestart. Als je op een rij zit waar je moet breien, dan brei je. Als u op een dubbele rij staat, dan averechts. Als u een speciaal steekpatroon volgt, ga dan verder met het patroon. Brei je steken tot het punt dat je een korte rij wilt maken.[1]
    • Als u een patroon gebruikt dat aangeeft waar u korte rijen moet plaatsen, moet u ervoor zorgen dat u deze instructies volgt. Als het patroon bijvoorbeeld aangeeft dat u een korte rij met 12 steken vanaf de rand van uw werk op een dubbele rij moet starten, moet u dit doen.
  2. 2 Steek een steek van uw linker naald naar uw rechter naald. Wanneer u het punt bereikt waarop u de korte rij wilt starten, steekt u een steek van uw linkernaald en op de naald in uw rechterhand. Werk niet aan de steek, gooi hem gewoon voor nu weg.[2]
  3. 3 Wikkel het werkgaren rond de getailleerde steek. Neem vervolgens uw werkgaren en wikkel het aan een zijde om de glijdende steek. Breng het garen van de achterkant naar de voorkant van je naald als je aan het breien bent, of van de voorkant naar de achterkant van je naald als je een gordel hebt. Wikkel het garen niet volledig rond de steek. Breng het werkende garen langs de steek.[3]
  4. 4 Zet de steek terug op de linkernaald. Nadat je het garen hebt gewikkeld, steek je dezelfde steek terug op je linkernaald. Je zult deze steek nu niet werken, dus dat is alles wat je er nu mee te maken hebt.[4]
  5. 5 Keer en brei of averecht in de tegenovergestelde richting. Nadat u klaar bent met het afglijden van de steek op de linkernaald, draait u uw werk rond en werkt u vervolgens over de rij. Brei of averecht zoals nodig is voor je project of zoals aangegeven door je patroon.[5]

Tweede deel van de drie:
Extra korte rijen werken

  1. 1 Verander je werk om een ​​nieuwe rij te beginnen. Als u meer korte rijen wilt bewerken, draait u uw werk om wanneer u het einde van de laatste rij bereikt. Dit stelt je in staat terug te werken naar de gesloopelde steek.[6]
  2. 2 Werk zo ver dat je een steek hebt gegleden. Vervolg uw patroon of project indien nodig door te breien, te pureren of een steekpatroon te volgen. Brei de steken tot net voor de slipstitch. Werk niet met de glijdende steek.[7]
  3. 3 Trek dezelfde steek uit en wikkel het garen rond zoals de eerste keer. Neem de glijdende steek en schuif deze van de linker naald naar de rechter naald, net zoals je eerder deed. Wikkel het garen op dezelfde manier als de vorige keer. Je zult ofwel van achteren naar voren moeten gaan als je aan het breien bent, of van voor naar achter als je een lont bent.[8]
  4. 4 Zet de steek terug op de naald. Schuif vervolgens de steek van de rechterhandnaald weer naar de linker naald. Werk op dit moment niet met de steek of doe er nog iets anders mee.[9]
  5. 5 Keer en brei of averecht in de tegenovergestelde richting. Nadat u de steek hebt teruggebracht naar de plaats waar u was, draait u uw werk en blijft u uw steekpatroon in de rij doortrekken, averecht maken of volgen. Werk naar de rand waar je bent begonnen.[10]
  6. 6 Herhaal deze reeks zo vaak als nodig om uw project te voltooien. Om meer korte rijen te voltooien, herhaal deze reeks. U kunt het zo vaak herhalen als nodig is voor uw project.[11]

Derde deel van de drie:
De korte rijen afwerken

  1. 1 Verander je werk om een ​​nieuwe rij te beginnen. Als u klaar bent om uw korte rij steken af ​​te maken, draait u uw werk rond. Hierdoor kunt u teruggaan naar waar de gaffelsteek zich bevindt.[12]
  2. 2 Brei of averecht tot waar u een steek hebt gegleden. Werk in de rij zoals aangegeven voor uw project of patroon totdat u bij de gleedsteek komt. Werk de gesehechte steek echter nog niet uit.[13]
  3. 3 Schuif het garen dat u om de gesealde steek gewikkeld hebt op de linkernaald. Pak het garen op dat je gebruikte om rond de gleedsteek te wikkelen in je laatste korte rij. Plaats deze garenlus op de linkerhand naast uw gleedsteek.[14]
  4. 4 Brei de getailleerde steek en wikkel het garen in elkaar. Om te voorkomen dat er een gat in uw werk komt, kunt u de gleufsteek en de omwikkelgarenlus in één keer ineenknopen of averecht maken. Steek de naald door beide steken, garen om en trek het garen er doorheen. Laat de oude steken van de linkernaald glijden als de nieuwe steek deze op de rechternaald vervangt.[15]
  5. 5 Werk de rest van je project. Wanneer u klaar bent met het bewerken van uw korte rijen, gaat u door met uw project. Volg de instructies van uw breipatroon als u er een gebruikt.