Het is mogelijk om uw inktpatronen goed en bruikbaar te houden nadat u ze uit uw printer hebt verwijderd. In de volgende instructies wordt uitgelegd hoe dit het beste kan worden bereikt.

Stappen

  1. 1 Verwijder de cartridge (s) uit de printer nadat u uw afdruktaken hebt voltooid. Hiertoe gaat u als volgt te werk:
    • Open de klep van de printer.
    • Druk voorzichtig op de vergrendeling van de cartridge.
    • Trek de onderkant van de vergrendeling naar buiten.
    • Schuif de cartridge naar buiten zodra deze losraakt.
  2. 2 Zorg ervoor dat alle voorzorgsmaatregelen worden getroffen om de cartridges veilig op te bergen.
    • Sommige cartridges hebben een oranje dop die is verdraaid om te openen. Vervang de oranje dop voordat deze wordt opgeslagen.
    • Zet het in een luchtdichte doos.
    • Plaats een vochtig papier of een doek in de doos.
  3. 3 Bewaar de cartridge op een koele, donkere plaats.
  4. 4 Plaats de cartridge in uw printer.