Heeft u problemen met lezen, schrijven, luisteren of spreken? Je kunt al deze vaardigheden verbeteren door oefening en herhaling.

Deel een van de vier:
Lezing

  1. 1 Lees elke dag minimaal een half uur. Lezen is erg belangrijk voor ons allemaal. Het bouwt onze kennis op, het geeft ons een uitweg en het oefent ons brein. Hoe meer je leest, hoe beter je leesvaardigheid en uitspraak zullen verbeteren. Lees over onderwerpen waarin u bent geïnteresseerd, of het nu gaat om een ​​romanroman, een sportmagazine, een krant of een handboek voor een automotor.

Deel twee van vier:
schrift

  1. 1 Schrijf een literair stuk. Probeer een roman, een kort verhaal, een gedicht, een toneelstuk of een ander soort creatief schrijven te schrijven. Als je elke dag beetje bij beetje werkt, zal het je schrijfvaardigheden verbeteren en je creativiteit oefenen.

Deel drie van vier:
het luisteren

  1. 1 Luister naar de instructeur en luister goed. Terwijl je aan het luisteren bent, noteer je goede notities en belangrijke details die hij / zij zegt. Blokkeer het afleiden van dingen uit je geest. Luister naar andere mensen die dezelfde taal spreken om je spreek- en schrijfvaardigheid en uitspraak te verbeteren.
  2. 2 Spreek voor een klas. Neem een ​​onderwerp en leg het uit. En a Zorg dat je hard genoeg praat zodat mensen kunnen horen en praten met kleine woorden en grote woorden door elkaar. Bespreek het onderwerp van uw toespraak met anderen. Communiceer veel.

Deel vier van vier:
sprekend

  1. 1 Selecteer de details uit de tekst die is gelezen in deel 1 en heb je genoteerd in deel 2.
  2. 2 Leg de details hardop uit. Maak een verwijzing naar de tekst om uw gevolgtrekkingen, standpunten en meningen te ondersteunen.
  3. 3 Verken de taalfuncties en hun effecten. Gebruik bij het spreken figuurlijke taal om uw punten te verduidelijken, bijvoorbeeld: vergelijkingen, personificatie, metafoor, enz. Gebruik korte zinnen om de punten duidelijker te maken.
  4. 4 Identificeer en verklaar het doel van de auteur. Bespreek dit indien mogelijk met anderen.
    • Analyseer het vocabulaire van de auteur. Hoe brengt de auteur boodschappen, stemmingen, attitudes en gevoelens over?
  5. 5 Eindig met commentaar op de algehele impact van wat je gelezen en geschreven hebt.