Een deel van de zorg voor een paard of pony is weten hoe je hem moet behandelen op een dagelijkse basis. Dit is hoe je hem 'hanteert'. Goed opgeleid en bereid, en ze vinden het leuk om met mensen samen te zijn. Een goede wegligging zorgt ervoor dat ze zo blijven.

Stappen

  1. 1 Heb dagelijks contact met je paard. Hij kan schrikken als hij je niet ziet aankomen, dus benader hem nooit van achteren. Het is het beste om zijn schouder te naderen. Steek een hand uit, palm naar boven zodat hij het kan ruiken. Strijk met zijn hals en praat met hem in een kalme geruststellende stem. Het is belangrijk dat het paard je duidelijk ziet. Laat hem je stil benaderen.
  2. 2 Wanneer je rond een paard beweegt, doe dat dan rustig, zonder plotselinge bewegingen. Als je echt achter hem moet gaan, leg dan een hand op zijn rug zodat hij weet dat je daar bent. Loop nooit dicht bij zijn achterpoten, hij kan schoppen en je ernstig pijn doen. Het is belangrijk om hem ook genegenheid te tonen. Doe dit door met hem te praten en zijn nek en schoft lichtjes te krassen.
  3. 3 Wanneer een paard zich misdraagt, is het belangrijk om hem er niet mee weg te laten komen, omdat dit hem kan verwennen en hem moeilijker maakt om te rijden. Je kunt een paard vertellen met een schelle, stevige stem. Als hij zich nog steeds misdraagt, sla dan zijn schouder of nek dicht. Als hij een zweep kan pakken, kan hij een hand nemen. Nooit zijn hoofd slaan. Dit kan hem zenuwachtig maken om zijn hoofd aangeraakt te hebben door anderen, wat 'head shy' wordt genoemd.
  4. 4 Vang een paard in een veld. Om een ​​paard te vangen, heb je een halster of halster nodig waaraan een touw vastzit. Een moeilijk te vangen paard kan een halster dragen in een veld, zodat hij gemakkelijker te grijpen is. Het moet leer zijn, zodat het breekt als het iets vasthoudt. Neem een ​​lekkernij om het paard aan te bieden en benader hem rustig, waarbij je de halter achter je rug verbergt. Als het paard je nadert, of als je dicht genoeg bij hem bent, laat hem dan het bitje hebben. Met één onder zijn hoofd glijd je op de neusriem. Breng het hoofddeksel over zijn poll. Maak de gesp vast.
  5. 5 Om een ​​paard op de juiste manier te leiden, houdt u de halster onder zijn kin vast, ongeveer 15 centimeter (5.9 in) vrij. Klik met je tong en zeg "Walk on" stevig. Loop naast hem en laat hem je bijhouden. Als hij begint te trekken, leg dan je schouder tegen de zijne en trek hem terug om hem te vertragen. Loop nooit vooruit en probeer niet aan het touw te trekken of te trekken, of laat hem achter een los touw lopen.
  6. 6 Paarden moeten in geval van nood kunnen ontsnappen, dus ze mogen nooit rechtstreeks aan een muur of voorwerp worden vastgemaakt. Gebruik een kleine lus touw om het touw aan te binden, dat breekt als het paard in paniek raakt. Bind het touw vast met een snelknoop.