Ben je ooit op je paard gesprongen en vertrekken ze of nemen ze grote sprongen? Dit artikel zal je leren hoe je ze onder controle kunt houden en zorgt voor een schonere rondspringen!
Stappen
-
1 Relax - Paarden kunnen voelen of je bang bent of nerveus. Haal diep adem tijdens het rijden en zak een beetje in je stoel. Leun achterover, voel en zie er kalm uit; niet stijf en nerveus. Vergeet niet om mooie brede bochten te maken in jagersklassen. Als je kalm kijkt in een show, zal de rechter dat zien en ontvang je hogere punten.
-
2 De aanpak - Houd je paard bij het naderen van een sprong recht. Probeer het niet opzij te laten trekken. Als het paard voor de sprong begint te schrikken en je kunt het voelen, ga dan echt diep in je stoel zitten en gebruik je heupen om te duwen en je benen om het paard op te knijpen. Wanneer je benen het paard aandrukken, gebruik dan niet één continue druk, je knijpt in, ontspan dan, knijp, ontspan.
-
3 Tempo - Houd je paard in een vloeiend tempo dat onder controle is. Begin met het luid tellen van het ritme. Als je draaft, tel dan 1, 2, 1, 2 voor elke stap die het paard neemt. Als u galoppeert, tel dan 1, 2, 3, 1, 2, 3, elke passen die het paard neemt. Doe dit voor de hele cursus. Als het ritme verandert, corrigeer het dan overeenkomstig. Als je het juiste tempo vindt, stroomt de cursus prachtig. Er lijkt altijd één richting te zijn dat een paard sneller gaat, dus wees voorbereid om harder in één richting te werken om een goed tempo te behouden. Gebruik controleren en loslaten om ze te vertragen, indien nodig. Controleer en laat los wanneer u de teugels een beetje naar achteren trekt, maar geef dan de teugels terug. Trek niet langer dan een seconde en ontspan dan de teugels. Tempo is belangrijk omdat je niet wilt dat je paard een sprong maakt of struikelt. Met Tempo kan het paard de juiste startplaats vinden voor een sprong en dan zullen ze geen spoor omgooien. Binnenkort zal je oog worden getraind om te zien hoeveel passen tussen sprongen moeten passen en het tempo zal je bekend voorkomen. U hoeft niet meer hardop te tellen als dit eenmaal is gelukt.
-
4 Posture & Two-Point - Ga zitten tijdens de cursus. Op sommige cursussen wordt u gevraagd om op een half zitje te gaan zitten, of iets voorover te leunen, maar bepaalde paarden beschouwen dit als 'sneller gaan'. Oefen volledige stoel en half zitje. Houd je handen in de buurt van de nek van het paard. Kijk niet naar de grond of de sprong, kijk vooruit. Nu voor tweepunts. Een van de belangrijkste regels over tweepunts is dat je niet te vroeg omhoog gaat. Als je te vroeg opstijgt en het paard weigert, kun je om hun nek vallen. als je te laat opstijgt, kan het paard springen en word je achtergelaten en trek je aan de mond van het paard. Stap in je tweepunt, net zoals de hoeven van het paard de grond verlaten. Steek je handen ongeveer halverwege de nek. Houd je hielen naar beneden. Laat je benen niet naar achteren glijden.
-
5 Na de sprong - Terwijl je in de lucht bent van een sprong, kijk naar je volgende sprong en begin je paard het signaal te geven met je benen om die richting te gaan. Als je paard snel tot de laatste sprong was, blijf dan niet zo lang in twee punten boven die sprong. Ga zitten en gebruik een vinkje en laat het los wanneer hun voorhoef de grond raakt. Ga op je stoel zitten. Houd het tempo.
Facebook
Twitter
Google+