Fingerpicking is een essentiële techniek die veel gitaristen gebruiken in plaats van een pick te gebruiken. Door te leren hoe je een vinger kunt pakken, kun je afzonderlijke noten in akkoorden spelen, zodat je sneller over snaren kunt springen. Dit artikel zal u helpen om de vingerpickstijl in een paar eenvoudige stappen te leren.

Deel een van de drie:
voorbereidingen treffen

  1. 1 Trim je vingernagels.
    • Spelen met lange vingernagels maakt het moeilijk om een ​​enkele snaar te bespelen. Je wilt ervoor zorgen dat je nagels kort genoeg zijn om één noot te spelen en geen gezoem te horen van een andere string als gevolg van contact.
  2. 2 Zorg ervoor dat je gitaar de juiste toonhoogte heeft.
    • Je wilt altijd zeker weten dat je gitaar de juiste toonhoogte heeft, ongeacht wat je speelt. U kunt een tuner gebruiken om de gewenste stemming te krijgen. Voor deze instructies wordt ervan uitgegaan dat u in E Standard afstemming bent.

Tweede deel van de drie:
De techniek leren

  1. 1 Stel een G akkoord in met uw linkerhand.
    • Om een ​​G-akkoord in te stellen, plaatst u uw middelvinger op de derde fret van de eerste snaar, uw wijsvinger op de tweede fret van de tweede snaar en uw ringvinger op de derde fret van de zesde snaar.
  2. 2 Plaats je rechterduim op de zijkant van de eerste snaar.
    • Je wilt dat het vleesdeel van je duim de zijkant van de snaar raakt die het dichtst bij je in de buurt is.
  3. 3 Breng een lichte druk aan en laat deze naar boven los.
    • Stel je voor dat je de snaar "plukt" en er niet tegenaan slaat.
  4. 4 Plaats je rechter wijsvinger op de vierde snaar.
  5. 5 Plaats uw rechter middelvinger op de vijfde snaar terwijl u uw wijsvinger op de vierde snaar houdt.
  6. 6 Plaats je rechterringvinger op de zesde snaar terwijl je je andere vingers aan de snaren houdt.
  7. 7 Oefen met deze drie vingers lichte druk uit en laat ze tegelijkertijd naar boven komen.
  8. 8 Oefen met het spelen van deze snaren in willekeurige volgorde totdat je de techniek hebt uitgeschakeld.

Derde deel van de drie:
De techniek toepassen

  1. 1 Kies een akkoord dat je prettig speelt.
    • (C, D of E worden aanbevolen voor beginners).
  2. 2 Identificeer de grondtoon in het akkoord.
    • Dit is dezelfde letter als je akkoord. De grondtoon voor een C-akkoord is bijvoorbeeld een C en de grondtoon voor een E-akkoord is een E enzovoort.
  3. 3 Gebruik je duim om de grondtoon te spelen en je wijsvinger, middelvinger en ringvinger om de andere snaren te bespelen.
  4. 4 Oefen met het identificeren en spelen van de grondtoon in andere akkoorden.
    • Gebruik dit als basis voor uw vingerplukstijl. Als je de basnoot kent, kun je de andere noten invullen met je eigen muzikale creativiteit. En onthoud, oefenen is de sleutel tot meesterschap.