De Brandywine-tomaat is een grote, roze variëteit die wordt beschouwd als een erfstuktomaat. Brandewijnen hebben het kenmerkende kenmerk van bossig gebladerte dat lijkt op dat van een aardappelplant. Vanwege de hoeveelheid blad, moeten Brandywine tomaten worden gesnoeid om te voorkomen dat ze langbenig worden. Daarnaast moet je Brandywines op staken laten groeien vanwege hun neiging om lang en hoog te hangen. Deze grote cultivar kan individueel fruit opleveren dat maximaal 1,5 lbs weegt. (0.7 k). De planten hebben minimaal 80 tot 100 dagen nodig om volledig rijp te worden en ze blijven groen, maar moeten worden geplukt voordat ze barsten. Volg deze richtlijnen voor het planten en telen van Brandywine-tomaten in uw tuin.
Stappen
-
1 Start je tomaten binnen, 4 weken voorafgaand aan de laatste nachtvorst.
- Plaats potgrond in ondiepe containers.
- Zet de Brandywine-zaden in de containers, ongeveer 1/4 inch (0,6 cm) diep.
- Vul een pan met water en plaats de containers in de pan totdat de grond al het water heeft opgenomen.
- Plaats de containers op een warme plaats, idealiter ongeveer 75 graden F (24 graden C).
- Verplaats uw containers naar een warme, goed verlichte locatie zodra de zaailingen opduiken (ongeveer 5 of 6 dagen). Houd ze daar tot de laatste nachtvorst, wanneer je klaar bent om te planten.
-
2 Kies een locatie voor uw Brandywine-tomaten.
- Controleer je bodem. Brandewijnen geven de voorkeur aan een grond met een pH van ongeveer 6,5, met minder stikstof. Te veel stikstof stimuleert meer blad op de tomaten en minder fruit. Zorg ervoor dat de grond goed draineert en aangevuld met organisch materiaal.
- Kies een locatie met veel ruimte en volle zon. Vanwege hun zware bladeren hebben Brandywine tomaten extra ruimte nodig om te groeien.
-
3 Breng uw zaailingen over naar een buitenruimte die wordt beschermd. Dit is om de kleine planten te laten acclimatiseren aan het weer, en het wordt vaak "harden" genoemd.
-
4 Plant de zaailingen. Graaf een gat dat groot genoeg is om de kluit van elke kleine plant op te nemen met behulp van een troffel. Plaats de planten in de gaten en bedek het vuil. Plaats de tomatenplanten op een afstand van 46 cm (46 cm).
-
5 Zet de tomatenplanten op slot.
- Druk een houten of metalen paal in de grond aan de basis van elke tomatenplant.
- Bind de hoofdsteel van de plant stevig aan de paal.
-
6 Snoei de tomatenplanten wekelijks. Trek eventuele zuignappen uit die zich vanaf de bladsteel aan de hoofdsteel hechten. Verdun eventuele zware stukken gebladerte zodat de plant meer voedingsstoffen kan opnemen.
-
7 Geef de planten regelmatig water. Zorg ervoor dat je alleen de grond plant, niet de bladeren van een plant. Een tuindruppelsysteem is het beste voor tomaten, omdat het zorgt voor constante vochttoevoer naar de grond, maar de hele plant niet nat maakt.
Facebook
Twitter
Google+