Het kweken van boonzaden in katoen is een van de gemakkelijkste manieren om te begrijpen hoe een plant te cultiveren en hoe een plant groeit. Dankzij dit is het een heel gebruikelijk experiment dat wordt gebruikt in de voorschoolse leerplannen van sommige landen. Het is ook een relatief eenvoudige techniek om je eigen boonboerderij te starten.

Stappen

  1. 1 Kies de variëteit en het aantal bonen dat u wilt laten groeien. Gemeenschappelijke bonen (Phaseolus vulgaris) zijn het gemakkelijkst te cultiveren.
  2. 2 Bepaal waar je de bonenzaden gaat verbouwen. Ze kunnen overal worden gekweekt, maar het kiezen van een voorwerp zoals een plastic beker of een bord zal ongelukken voorkomen.
  3. 3 Pak een stuk schoon katoen en bevochtig het. Hoe meer zaden je wilt verbouwen, hoe meer katoen je nodig hebt. Laat het katoen niet weken, anders zullen de zaden niet groeien. Plaats het katoen waar je hebt besloten om de planten te laten groeien.
  4. 4 Verdeel de zaden boven het katoen. Door de zaden te dicht naast elkaar te begraven of te plaatsen, zullen de spruiten moeilijk groeien en kunnen ze de worstelplant doden.
  5. 5 Water de bonen als het katoen begint te drogen. Bij warme temperaturen, doe dit elke twee dagen, en bij lage temperaturen, twee keer per week. Na ongeveer drie dagen zullen de spruiten ontkiemen.
  6. 6 Plant de spruiten. Wanneer de spruiten ongeveer 20 centimeter (7.9 in) bereiken, begraaf het katoen, samen met de spruiten, in de grond.