Als tiener, heb je je ooit afgevraagd hoe je met je grootouders in vrede kunt leven? Volg deze stappen, en je zult merken dat je samen gelukkig gaat leven met je grootouders!
Stappen
-
1 Allereerst, ongehoor nooit je grootouders, ook al ben je het niet eens met hen. Wanneer je grootouders je vertellen iets te doen (bijvoorbeeld de vloer schoonmaken, de afwas doen, je huiswerk doen): zeg, "Ja, grootvader!" of: "Ja, oma!" met een glimlach op je gezicht en doe het onmiddellijk, zonder vertraging. Wees blij terwijl je het doet en maak het zo duidelijk dat iedereen in het huis je kan vertellen dat je gelukkig bent. Overtref hun verwachtingen door de best mogelijke klus te klaren. Als je klaar bent, vraag je hen of ze nog iets anders voor je kunnen doen. Herhaal het proces.
-
2 Nooit, nooit, ruzie maken met je grootouders. Ook al ben je het soms oneens met hen, begrijp dat ze veel meer echte levenservaringen hebben gehad dan jij, en daar moet je respect voor tonen. Wederkerigheid werkt op een manier dat als je hun mening respecteert, ze het waarderen en leren ook de jouwe te respecteren! Maar als u hun mening niet respecteert, dan zullen zij van streek zijn en ook uwerzijds niet respecteren. Een vicieuze cirkel zal dan beginnen, argumenten zullen meer ruzie opleveren, totdat je niet langer bij je grootouders (of wie dan ook) kunt wonen.
-
3 Elke dag iets vinden dat je grootouders complimenteren. Bijv. "Oma, je hebt zo'n heerlijk ontbijt gemaakt! Heel erg bedankt! Ik wou dat ik op een dag iets dergelijks kon maken." Geef ze een knuffel of een kus.
-
4 Probeer je grootouders in te schakelen om over zichzelf te praten. Mensen horen zichzelf graag praten. Handelen erg geïnteresseerd in wat ze te zeggen hebben. Misschien kun je iets van hun ervaringen leren (hoogstwaarschijnlijk zul je dat wel doen).
-
5 Denk aan speciale dagen zoals hun verjaardagen, Kerstmis, enz. Verras ze met een geschenk.
-
6 Probeer te zorgen voor de behoeften van je grootouders. Als je grootouders de dokters moeten bezoeken, neem ze daar als je kunt. Als ze moeten gaan winkelen, ga dan met hen mee als je kunt. Als ze hulp nodig hebben bij het werk in huis, bied ze dan aan om hen op elke manier te helpen als dat mogelijk is. Leven met je grootouders stelt je in staat om hun dagelijkse behoeften te begrijpen; als tiener heb je misschien de kracht en de middelen om hen te helpen met deze behoeften. In harmonie leven met anderen draait alles om uitgaande zorgen te tonen en goed voor elkaar te zorgen.
Facebook
Twitter
Google+