Planten kunnen een mooie en kalmerende aanvulling op uw huis of kantoor zijn, of u nu binnen- of buitenplanten hebt gekozen. Hoewel sommige mensen gezegend zijn met een groene duim, kan het lijken alsof het moeilijk is om je planten in leven te houden. Met een beetje TLC kunt u voorkomen dat uw kamerplanten, buitenplanten en tuinplanten afsterven.

Methode één van de drie:
Zorg voor Indoor Potplanten

  1. 1 Kies potgrond die is geformuleerd voor binnenshuis. Het kan verleidelijk zijn om vuil van uw tuin of dezelfde potgrond te gebruiken die u buiten gebruikt; Binnenplanten hebben echter andere behoeften dan buitenplanten. Zorg ervoor dat je grond is gemaakt voor kamerplanten, omdat deze licht genoeg is verpakt om de planten te laten groeien, terwijl ze nog steeds strak genoeg zijn om in het water te blijven.
    • Verander je grond elk jaar of twee.[1]
    • Je moet ook controleren of je plant geen speciale grond nodig heeft, zoals klei, leem, zand of veen. Deze bodems bevatten verschillende hoeveelheden water om tegemoet te komen aan de behoeften van planten die mogelijk worstelen in traditionele grond.[2]
    • Bovendien kunt u grond vinden met toegevoegde voedingsstoffen voor uw kamerplant.
  2. 2 Zorg ervoor dat de plant de juiste hoeveelheid licht krijgt. Sommige kamerplanten hebben veel licht nodig en moeten in een raam worden geplaatst dat de volle zon krijgt, terwijl anderen onder al die stralen verwelken. Controleer de behoeften van uw plant om er zeker van te zijn dat er aan wordt voldaan.[3]
    • Ga er niet vanuit dat een plant in een raam moet staan. Sommige planten gedijen bij weinig licht.
    • Controleer of het venster dat u kiest voor uw volle zonplant meerdere uren zonlicht krijgt. Soms zijn de ramen een deel van de dag zonnig, maar het grootste deel van de dag in de schaduw. Kies een dag waarop je de hele dag thuis bent om op reguliere tijden terug te kijken om te zien hoe de lichtniveaus zijn.
    • Als uw huis niet voldoende licht krijgt, kunt u een UV-lamp proberen.[4]
  3. 3 Geef uw planten water volgens hun behoeften. Sommige planten hebben dagelijks water nodig, terwijl andere wekelijkse, tweewekelijkse of maandelijkse bewatering nodig hebben.[5] Controleer de onderhoudsinformatie voor uw installatie om te zien hoeveel water het nodig heeft. Veel mensen denken dat ze niet mis kunnen gaan door regelmatig te drenken, maar je kunt een plant net zo gemakkelijk overwateren als niet genoeg water geven. Overwatering verdrinkt de plant.[6]
  4. 4 Voorkom plagen. Je denkt misschien dat je planten veilig zijn voor ongedierte omdat ze binnen zijn, maar dat is niet waar. Denk eens aan alle keren dat insecten in huis terecht zijn gekomen. Ongedierte dat uw planten kan schaden, kan ook gemakkelijk binnenkomen.
    • Om plagen te voorkomen, bespuit je planten één tot twee keer per week met neemolie om ze te beschermen tegen mijten en wolluizen.[7]
    • U kunt ook een commercieel bestrijdingsmiddel kopen dat is geformuleerd voor kamerplanten.
  5. 5 Kies de juiste pot. Naarmate je plant groeit, moet je hem overplanten in grotere potten die beter bij de grootte van de plant passen, zodat de wortels niet in elkaar draaien en de plant verstikken.[8] Bovendien moet de pot die u gebruikt het juiste materiaal en de juiste maat voor uw plant zijn, omdat de potmaat de hoeveelheid vocht kan bepalen die de plant krijgt.[9]
    • Bij het verplanten van uw planten schudt u altijd het oude vuil los van de wortels. Als de binnenste wortels zijn gedraaid, maak ze dan voorzichtig los, zodat ze in de nieuwe pot kunnen groeien.[10]
    • Plastic potten houden bijvoorbeeld vast aan water, terwijl kleipotten dat niet doen. Het is het beste om een ​​plastic pot alleen te gebruiken als je een plant hebt die veel water nodig heeft, omdat een die niet zal verdrinken.
    • Kies een pot die 2-4 inch (5-10 centimeter) groter in diameter is dan uw plant, omdat extra aarde extra vocht zal betekenen, wat uw plant kan oversturen.[11]
  6. 6 Bemest uw planten maandelijks. Plantenbodems worden in de loop van de tijd minder voedzaam en kamerplanten worstelen vaak om die voedingsstoffen aan te vullen. Bemest uw kamerplanten terwijl ze groeien en / of bloei een keer per maand om ze zo gezond mogelijk te houden.[12]
  7. 7 Snoei uw planten om de gewenste vorm en grootte te behouden. Planten hebben verschillende groeiende tendensen en eisen om te gedijen. Ongeacht het type plant, is het het beste om de natuurlijke levenscyclus van de plant te gebruiken als een gids voor het snoeien. Als u bijvoorbeeld merkt dat uw kamerplanten gedurende een bepaalde periode snel groeien, is het misschien een goed idee om elke scheut te trimmen zodra u ze opmerkt.[13]

Methode twee van drie:
Zorg voor outdoor potplanten

  1. 1 Plaats ze in de zon. Planten hebben zon nodig om kooldioxide en water om te zetten in hun voedsel en energie. Hoewel potplanten vaak gemakkelijk te plaatsen zijn op veranda's en balkons, hebben ze toch toegang tot het juiste zonlicht nodig.[14]
    • Controleer de insert of informatie van uw plant om te zien of het volle zon nodig heeft of in de schaduw kan gedijen. Vergeet niet dat schaduwvriendelijke planten nog steeds indirect zonlicht nodig hebben om in leven te blijven.
  2. 2 Kies een goede potgrond. Uw plant heeft grond nodig die is samengesteld voor potplanten omdat deze in een andere situatie groeien dan planten die zich in de grond bevinden. Een van de ingrediënten die uw grond nodig heeft, is het rottende organische materiaal, dat zich in de meeste goede potgronden bevindt. Organische stof zal afbreken in de voedingsstoffen die uw plant moet opnemen om gezond te zijn.[15]
  3. 3 Voeg kunstmest toe. Potplanten hebben meer toegevoegde voedingsstoffen nodig dan planten die zich in de grond bevinden, dus voeg regelmatig meststof toe aan uw grond.[16] Vul je bodem aan door organische materie toe te voegen, hetzij door een commerciële meststof, hetzij door je eigen compostering.
    • Sommige meststoffen zijn vloeibaar en kunnen direct aan de gieter worden toegevoegd die u gebruikt om uw planten water te geven, waardoor het een gemakkelijk onderdeel wordt van uw dagelijkse verzorging.
  4. 4 Snoei de dode delen van je planten. Als uw plant bladeren of toppen heeft verwelkt, verwijdert u deze uit de rest van de plant. Dit zal nieuwe groei stimuleren in plaats van je plant te laten verschrompelen.[17]
  5. 5 Vermijd plotselinge overgangen van binnenuit. Als u een plant binnenshuis start of deze de winter in hebt verplaatst, mag u deze niet permanent buiten verplaatsen zonder een overgangsperiode. Een plant die gewend is om binnenshuis te leven, is niet uitgerust om buiten te overleven. De omgeving is anders en kan de plant doen verwelken; bovendien kunnen de regenniveaus overwater veroorzaken.[18]
  6. 6 Bescherm tegen ongedierte. Kies een chemische-vrije pesticidebehandeling die is geformuleerd om uw planten te beschermen. Verschillende planten trekken verschillende plagen aan, dus lees het etiket om ervoor te zorgen dat u het juiste product kiest.
    • Probeer niet alle insecten te doden, want sommige kunnen vriendelijk zijn voor je tuin.[19]

Methode drie van drie:
Zorg voor een tuin

  1. 1 Geef aan hoeveel zonlicht je tuin krijgt. Breng een dag door met het volgen van de zon terwijl deze zich verplaatst over uw tuin of de plek die u wilt gebruiken. Veel planten gedijen met veel zon, dus zoek naar schaduwrijke bomen of overstekken die de zon kunnen beperken. Merk bovendien op dat de schaduw van uw huis of andere grote structuren een deel van de dag in uw tuin valt, omdat dit de hoeveelheid zonlicht die uw planten ontvangen kan beperken. Zodra u weet waar de zonnige plekken zijn, kunt u ervoor zorgen dat uw planten voldoende zon krijgen.
    • Als de planten die u kiest een volle zon nodig hebben, zorg er dan voor dat uw tuin elke dag ten minste vijf uur direct zonlicht krijgt.[20]
    • Overweeg een nieuwe plek voor uw tuin te kiezen als deze niet de juiste zon krijgt.
    • Als alternatief kunt u proberen meer planten toe te voegen die gedijen in de schaduw of in de zon.
  2. 2 Voeg rottend organisch materiaal toe. Uw planten hebben dode planten en ander rottend organisch afval nodig om in de grond te breken, zodat de planten de voedingsstoffen kunnen opnemen. Naast het laten blijven van dode bladeren in de tuin, kun je ook kunstmest of compostmateriaal kopen, of je kunt je eigen composthoop maken met dode bladeren en voedselresten.[21]
    • Als je je tuin opruimt, voeg je het materiaal toe aan je composthoop.
    • Plaats geen puin met onkruidzaden in uw compost.
  3. 3 Geef je tuin water. Je moet je planten voldoende water geven om aan hun behoeften te voldoen. Omdat de planten buiten staan, kunnen ze ook regenwater krijgen. Pas uw besproeiingsschema aan om rekening te houden met de regen. Je bodem moet vochtig maar niet doorweekt zijn.
    • Met een buitentuin kun je een sprinklersysteem krijgen om ervoor te zorgen dat ze regelmatig worden bewaterd.
    • Geef je tuin geen water als het die dag heeft geregend. Als er een zware storm doorkomt, laat de grond dan wat drogen voordat je weer water geeft.
    • Als je in een droog klimaat leeft, geef nieuw geplante planten extra water gedurende de eerste paar weken dat ze in de grond liggen.
  4. 4 Snoei uw planten in de winter of wanneer ze overwoekerd zijn. Planten hebben verschillende levenscycli en groeisnelheden, dus ze vereisen verschillende snoeitijden. Snoei uw bloeiende planten nadat ze zijn gebloeid om gebruikte bloemen te verwijderen en vorm te geven voor volgend seizoen. Snoei alle bomen die je hebt tijdens de winter, maar verwijder dode ledematen tijdens het groeiseizoen wanneer ze gemakkelijker te identificeren zijn.
  5. 5 Controleer de pH van uw bodem. Test uw bodem om te zien of deze in een goed bereik voor plantengroei ligt.[22] Als dat niet het geval is, kunt u de bodem wijzigen door compost, mest of luzernemeel aan uw grond toe te voegen, die allemaal stikstof bevatten. De stikstof zal na verloop van tijd de pH verlagen tot 6,5.[23]