Een primitieve vorm van sterrenweven, die doet denken aan een dromenvanger, Ojo de Dios of God's Eyes (Tzicuri), wordt nog steeds geweven door de Huichol-indianen in Mexico. Het idee is om felle kleuren te gebruiken als een oog om te waken over anderen (vooral baby's) en om geluk te brengen. Snel en gemakkelijk, (het kan zo eenvoudig of zo complex zijn als je wilt), deze zijn aantrekkelijk als een enkel dramatisch muuraccent of als een mobiel voor een kinderkamer.

Stappen

  1. 1 Selecteer de basisstokken. De stokken moeten dun maar sterk zijn, zoals knutselsticks of bamboespiesjes.
  2. 2 Plaats de stokjes in een kruisvorm. Gebruik borduurgaren of -garen, maak een lusknoop (schuifknoop) in het eerste garen en trek het rond het kruispunt van de stokken aan. Wikkel de draad of het garen in een acht rond het kruispunt (deze techniek werkt op bamboespiesen maar niet op knutselstokjes), of wind de draad of het garen een aantal keren op, eerst van rechts naar links diagonaal en vervolgens van links naar rechts. Je wilt het midden van de stokjes bedekken. Knip de draad of het garen niet af; je blijft ermee weven.
  3. 3 Begin met het weven van je eerste ronde. Werk tegen de klok in, verplaats de draad of het garen achter de bovenste stok, terug over de bovenste stok, achter de linker joystick, over de linker joystick, achter de onderste stick, over de onderste stick en achter en over de rechter joystick om te voltooien Een ronde.
  4. 4 Ga op dezelfde manier verder om zo veel verzonken rijen te maken als je wilt. Veel Ojo de Dios worden volledig in verzonken rijen gedaan, die de vorm van de stokjes laten zien. U kunt echter verzonken en verhoogde rijen afwisselen. Om dit te doen, moet je de richting omkeren. Kortom, je draait achteruit en draait het werk om, zodat je aan de achterkant werkt. Dit creëert een verhoogde rij aan de voorkant.
  5. 5 Wijzig de kleuren door de nieuwe kleur te verbinden met de oude. Op deze manier vormt de knoop zich op de achterkant van de stokken. Knip de oude kleur niet af totdat je er een aantal rijen overheen hebt gewerkt en je bent ervan overtuigd dat de knoop voldoende veilig is.
  6. 6 Keer nogmaals om met een nieuwe kleur wanneer je maar wilt.
  7. 7 Werk de uiteinden af ​​met pom-poms, kwastjes of strikjes, vastgebonden of vastgekleefd. Wikkel de laatste draad of het garen helemaal door de hendel en knoop de uiteinden om ze op hun plaats te houden.