We hebben veel woorden om andere zintuigen en sensaties te beschrijven, maar de geur lijkt woorden te tarten. Het menselijke reukvermogen wordt niet veel gebruikt in vergelijking met dat van veel dieren. Toch is het een diep en rijk gevoel, en het kan je manier van communiceren verbeteren (vooral wanneer je een verhaal aan het schrijven bent of een moment beschrijft).
Het kan verbeteren hoe je je andere zintuigen ervaart (vooral smaak, zoals het proeven van complexe smaken in wijn en donkere chocolade), en zelfs met het bepalen wanneer fruit rijp is of melk is bedorven. Als je een geur in woorden wilt vastpinnen, volgen hier enkele tips die je kunnen helpen.
Stappen
-
1 Identificeer je reden voor het beschrijven van de geur. Waarom wil je het communiceren? Uw beschrijving kan verschillen afhankelijk van het feit of u een technische handleiding schrijft of een gedicht schrijft. Als je de geur hardop beschrijft, kunnen je stem en lichaamstaal een extra niveau van betekenis geven.
- Wil je de aard van de geur of de algehele kwaliteit vastleggen?
- Wilt u dat uw lezer of luisteraar een onbekende geur herkent op basis van uw beschrijving?
- Wil je een bepaalde betekenis of gevoel oproepen in je lezer?
-
2 Observeer de geur. Als het mogelijk en veilig is om dit te doen, ruik dan wat je wilt beschrijven. Besteed er de volle aandacht aan.
- Verwijder afleidingen. Rook niet, draag geen geuren of drink sterk geurende dranken.
- Pauzes nemen. Het reukvermogen acclimatiseert of raakt gewend aan een geur. Verwijder de geur of verwijder een tijdje de geur als u niet meer kunt ruiken of ruiken.
- 3 Let op alle woorden, afbeeldingen, gevoelens of herinneringen die de geur in je geest oproept. Als je een soort van buikreactie hebt, let er dan op. Maak aantekeningen als je kunt, zelfs als ze onsamenhangend zijn.
- 4 Let op beschrijvingen van geuren wanneer je ze ziet of hoort. Dit kan reclame zijn ('citroenachtig vers', 'verse dennengeur'), gedichten of technische beschrijvingen. Kijk vooral goed naar andere bronnen die lijken op wat u probeert over te brengen.
- 5 Gebruik bijvoeglijke naamwoorden. Bijvoeglijke naamwoorden kunnen de algemene, algehele kwaliteit van de geur beschrijven. Piekerig, ranzig, luchtig, muf, oudbakken, fris, bedorven, zwak, licht, bloemig en zuur zijn allemaal bijvoeglijke naamwoorden die te maken zouden kunnen hebben met reuk.
- De oorsprong van de geur kan de vorm aannemen van een zelfstandig naamwoord (de geur van leer) of een bijvoeglijk naamwoord (een leerachtige geur). Het adjectief kan het effect beschrijven waarin het zelfstandig naamwoord een specifieke bron beschrijft.
- Gebruik fantasierijke bijvoeglijke naamwoorden. Zeggen dat een vieze geur "als pijproken door een opgejaagde wond" is, beschrijft niet echt de geur als zodanig, maar trekt zoveel verschillende gedachten en herinneringen aan dat de geest eroverheen raast om het verfoeilijk te noemen.
-
6 Gebruik zelfstandige naamwoorden. Vaak ruikt een geur gedachten naar zijn bron. Herinnert jouw geur je aan aardbeien? Zoals verse regen?[1]
- Wees specifiek. Rook ruikt anders, afhankelijk van de bron. Kun je het verschil zien tussen rook van een kampvuur en een bosbrand? Tussen sigaretten-, sigaren- en pijprook? Kon je, door geur, rubber of een voertuig dat olie verbrandde herkennen?
- Wees creatief. Hoe ruikt de lente?
- Wees specifiek. Rook ruikt anders, afhankelijk van de bron. Kun je het verschil zien tussen rook van een kampvuur en een bosbrand? Tussen sigaretten-, sigaren- en pijprook? Kon je, door geur, rubber of een voertuig dat olie verbrandde herkennen?
-
7 Gebruik werkwoorden. Werkwoorden zijn sterke, directe, actieve woorden.
- Gebruik werkwoorden voor de geuren zelf. De geuren kunnen zweven, afleiden, hinten, doordringen, suggereren, verwarren, beelden toveren, de aandacht trekken of het bewustzijn binnendringen.
- Gebruik werkwoorden om de bron van de geur te beschrijven. Hier zijn enkele acties die u kunt associëren met geuren: bakken, braden, graven, zweten, branden, rotten.
- Visualiseer wat de geur doet. Veegt het je neus in? Wikkel je om je heen? Volg jou? Bombardementen op je neusgaten?
- 8 Leen woorden in verband met andere zintuigen. Geur heeft niet veel eigen vocabulaire, maar veel andere zintuigen doen dat wel, en ze kunnen de kwaliteit of aard van een geur suggereren.
- Zicht. Kan een geur helder of donker zijn? Kan een geur roze of groen zijn? Kan het duidelijk of wazig zijn? Kan het snel zijn? Langzaam? Traag? Glad?
- Geluid. Kan een geur dissonant zijn? Harmonieuze? Luid of stil?
- Touch. Kan een geur scherp of saai zijn? Zelfs of gekarteld? Glad of ruw? Zwaar of licht? Koel of warm? Hoe zou je fysiek reageren op de geur? Zou je je ontspannen of verstijven, plooien of een gezicht maken?
- Smaak. Geur is nauw verbonden met smaak, dus smaken zijn een goede keuze als ze passen. Is een geur zoet of zuur, zout of bitter? Is het chocolaty, fruitig of gistachtig?
-
9 Overweeg welke gevoelens en emoties een geur oproept, vooral als je het als een literair apparaat gebruikt. Geur kan associaties oproepen met bepaalde gebeurtenissen of algemene gedachten of emoties.
- Is de geur verrassend of schokkend? Rustgevend of geruststellend? Aards of natuurlijk? Chemisch of antiseptisch?
- Geur wordt vaak sterk geassocieerd met herinneringen, maar dit is alleen nuttig als je de geur voor jezelf beschrijft (zoals in een dagboek), omdat je niet weet wat iemand in hun herinneringen rook.
- 10 Gebruik de metafoor. Als je poëzie schrijft of een emotie probeert op te wekken, kan metafoor een goed apparaat zijn. Een geur kan iemand niet echt bij de neus grijpen of iemand neersteken, maar dit kan een krachtige beschrijving zijn.
Voorbeeldbeschrijvingen van geuren


Facebook
Twitter
Google+