Ben je net aan het leren haken maar heb je je al verveeld met het maken van standaard vierkante vormen? Door te haken in de rondte, kun je eenvoudig cirkelvormige objecten haken, zoals onderzetters, hoeden, ornamenten, placemats en zelfs kopjes, wat je hakmogelijkheden enorm vergroot. Als je eenmaal de basis hebt geleerd, probeer dan een paar ronde haakprojecten.
Deel een van de vier:
Begin met je haakwerk
-
1 Bevestig uw garen aan uw haaknaald met een slipknoop. Wikkel het garen om de wijs- en middelvinger van je linkerhand. Steek je haak door de cirkel, haak het werkuiteinde van je garen met de haak en trek het vervolgens terug door het midden van de cirkel. Dit geeft je een lus op je haaknaald.
-
2 Haak een ketting van vier steken. Dit vormt het middelpunt van de cirkel die je haakt.
- Als u een patroon volgt, moet u misschien een ander aantal kettingen maken om te starten. Dit zal het aantal steken dat u in verdere stappen maakt veranderen, maar zal de algemene techniek niet veranderen.
-
3 Maak een slipsteek in de eerste ketting die je hebt gemaakt, en vorm de vier kettingen die je in een ring hebt gemaakt. Steek de haak in de lus van de eerste ketting die je hebt gemaakt. Eenmaal door haak je het uiteinde van het garen op de haak en trek je het terug door de lus en ook door de lus die aan je haak hing.[1] Nu wordt het stuk in een cirkel gevormd en heb je één lus aan je haak.
Deel twee van vier:
Haken door het midden van je ring
-
1 Steek je haak in het midden van de ring. Zorg ervoor dat je door het midden gaat en niet een van de steken die je hebt gemaakt.
-
2 Garen over je haak. "Garen over" betekent dat u het uiteinde van uw garen aan uw haak moet haken. Draai vervolgens je haak iets, zodat het garen blijft vastgehaakt.[2]
-
3 Trek de lus terug door het midden van de ring. Twee lussen moeten aan de haak zijn nadat u deze stap hebt voltooid.
-
4 Garen opnieuw, en deze keer zonder door het midden van je project te gaan, trek je aan de lus die je net op je haak hebt gelegd, terug door beide strengen die al aan je haak zijn. Dit is de afwerkingsstap van de standaardsteek, genaamd "Single Crochet".
-
5 Ga door met het maken van "Single Crochet" -steken door het midden van de ring. In totaal maak je acht enkele haaksteken om een kleine cirkel te vormen voor het begin van je project.
Deel drie van vier:
De eerste reguliere ronde haken
-
1 Steek je haak door beide strengen van de eerste steek die je in de laatste ronde hebt gemaakt. Dit is de eerste stap in het maken van een verbinding tussen het einde van de laatste ronde tot het begin en het instellen van de fase om een andere te beginnen.[3]
-
2 Garen over uw haak en trek de lus door naar voren. Twee lussen moeten nu aan de haak zijn.
-
3 Garen opnieuw over uw haak en trek vervolgens het werkuiteinde van het garen door beide lussen die u aan uw haak had. Dit is de laatste stap van de enkele haaksteek die alles in een cirkel samenvoegt. Deze steek is ook de eerste enkele haak van de volgende ronde. (Steek 1 van totaal 16)
-
4 Maak nog een enkele haaksteek in dezelfde steek waar u zojuist de eerste enkele haak van deze toer maakte. Ga nu verder rond de cirkel door twee haaknaaldsteken te maken in elke haaksteek van de eerste ring. Dit doen wordt een "toename" genoemd. Dit betekent dat er 16 steken zijn als u de ronde voltooit. Tel ze alsjeblieft.
- Twee steken in elke steek van de vorige ronde doen, is hoe we de grootte van de cirkel die we maken "vergroten".
Deel vier van vier:
Haken opeenvolgende rondes
-
1 Voltooi de tweede reguliere ronde op ongeveer dezelfde manier als waarop je de eerste reguliere ronde hebt voltooid. Deze keer plaatst u echter slechts één haak in de eerste steek maar plaatst u vervolgens twee enkele haaksteken in de volgende steek. Doe dit "toenemen" in elke andere steek van de vorige ronde.[4] Herhaal dit tot het einde van de ronde.
-
2 Ga door met het verhogen van het aantal steken voor elke ronde totdat het project de gewenste diameter heeft bereikt. Maak een enkel haakje in de eerste steek en maak dan twee enkele haakjes in de volgende steek. Maak in de volgende ronde twee steken in elke derde steek, dan twee steken in elke vierde steek enzovoort.
- Zie je een patroon ontwikkelen? Als je wilt blijven toenemen, plaats je twee steken in de n-de steek, waarbij n het nummer is van de ronde waaraan je momenteel werkt. Als je bijvoorbeeld aan de vierde ronde werkt, doe je twee steken in elke vierde steek terwijl je je een weg banen maakt. U kunt een shot stuk contrastkleurig garen door elke ronde lus laten gaan, om te helpen bij het bepalen van de rij waarop u zich bevindt.
-
3 Beëindig uw project door het garen minimaal 6 centimeter van uw laatste steek af te knippen en gebruik vervolgens de haak om deze "staart" of "einde" helemaal door de allerlaatste lus van de laatste steek te trekken. Dit wordt "Tie-off off end" genoemd. Als het garen is afgebonden, naai of "weeft" aan de uiteinden. Sommige patronen gebruiken het woord "weven". Gebruik een garenaald om aan de uiteinden te naaien of te weven. Vouw het draadeinde over de garennaald en vorm een kleine, strakke lus. Schuif de garenaald uit de lus en steek deze dichte lus in het oog van de garennaald. Duw het ver genoeg door zodat je de lus kunt pakken en het garen helemaal door het oog kunt trekken. Wenk de naaldpunt voorzichtig onder en over steken op de achterkant van uw werk waar deze niet zichtbaar is. Doe dit voor een afstand van 7 tot 8 steken. Draai je nu om en wissel af. Ga over de steken waar je eerder onder was gegaan en visa andersom. Draai het nu om en doe het een derde keer, hierdoor blijft de "staart" of "garenuiteinde" vele jaren zitten.Vergeet niet om beide "staarten" aan de buitenrand en in het midden in te naaien.
Facebook
Twitter
Google+