Je hoeft geen boorsergeant te zijn om je nieuwe metgezel te trainen, maar het trainen van je hond kost tijd, liefde en geduld; om maar te zwijgen van de lof. Je moet vast en consequent zijn, maar dit is het moment om je te binden aan je hond. Dit zijn slechts de basisstappen die je voorbereiden op het aanleren van de basis- en geavanceerde opdrachten en het omgaan met probleemgedrag.

Stappen

  1. 1 Werk regelmatig met je partner. Elke dag eerst en vervolgens meerdere keren per week om die lessen fris te houden en de oefeningen voor jullie beiden een tweede natuur te maken.
  2. 2 Houd lessen en werksessies kort genoeg zodat uw huisdier (en niet te vergeten uzelf) niet overweldigd, gefrustreerd, moe of afgeleid raakt. Meestal is 15-20 minuten genoeg.
  3. 3 Ga niet verder met de volgende reeks oefeningen totdat jij en je huisdier de huidige hebben onder de knie. En bekijk altijd wat eerder is geleerd.
  4. 4 Veel plezier, maar behandel het niet als speeltijd. Uw huisdier moet het verschil weten. Direct na elke sessie, maak tijd vrij voor een soort spel of aandacht om u en uw huisdier te belonen en het einde van de "werktijd" aan te duiden.
  5. 5 Lof is je krachtigste onderwijstechniek; gebruik het dus vaak en enthousiast! Houd niet tegen! Prijs je hond door zijn rug te aaien, over zijn oren en hoofd te wrijven en een vrolijke stem te gebruiken die verschilt van de commandotoon. Begin op dit punt echter niet met hem te stoeien, anders is uw les voorbij.
    • Lof voor alles wat je hond goed doet (zelfs als ze niet wist dat ze het deed of als je het haar niet had verteld) zodra ze het doet. Dit versterkt een aangenaam resultaat van het doen van de handeling.
    • Gebruik lof na correctie pas nadat het gewenste resultaat is verkregen. Hierdoor wordt uw hond duidelijker het verschil in uw reactie tussen haar verkeerde gedrag en de juiste.
  6. 6 Correctie wordt gebruikt, stop de verkeerde actie en laat de juiste zien. Het moet goed gebeuren, maar niet boos. Loof enthousiast als hij het goed doet en herhaal de oefening nog twee of drie keer meteen om de juiste actie te versterken.
  7. 7 Gebruik korte zinnen of woorden voor opdrachten die uw hond vertellen wat u wilt dat ze doet. Ze moeten elke keer hetzelfde zijn. Gebruik geen vergelijkbare termen om verschillende dingen te bedoelen; bijvoorbeeld, als je de term "down" gebruikt om 'leugen' te betekenen, gebruik dan een heel ander woord zoals 'off' om 'get down' te bedoelen)
    • Geef opdrachten op een krachtige toon. In eerste instantie moet het commando en het tonen van de juiste actie op hetzelfde moment gebeuren. Geef het commando later eerst en toon haar alleen als ze twijfelt of het fout doet. Volg altijd met lof.
    • Zeg altijd de naam van uw hond vóór het bevel om hem te waarschuwen en zorg ervoor dat hij oplet. En je moet elk van deze zowel binnen als buiten beoefenen, dus hij weet dat de regels op beide plaatsen op dezelfde manier van toepassing zijn.