Hoe een mondeling argument te presenteren

Na het indienen van een appellate brief of een motie, kunt u de gelegenheid hebben om mondelinge argumenten aan de rechtbank voor te leggen. Of u nu spreekt voor het Supreme Court of in de Moot Court van de Law School, mondelinge pleitbezorging is een belangrijk onderdeel van het overtuigen van rechters om in uw voordeel te beslissen. U zult uw dossier uitgebreid moeten voorbereiden, begrijpen en argumenten op een duidelijke en overtuigende manier presenteren.

Deel een van de vier:
Voorbereiden op mondeling argument

1. 1 Begrijp het doel van pleidooi. Na het indienen van een kort geding of een verzoek aan de rechtbank, hebt u de mogelijkheid om een ​​pleidooi te houden. Het doel van pleidooi is om de kwesties voor rechters te verduidelijken en eventuele zorgen die zij hebben weg te nemen.^[1]
   • Over mondelinge discussies moet je nadenken als een dialoog die je met de rechters zult hebben. De rechters zijn niet de vijand. Juryleden kunnen moeilijke vragen stellen, omdat dit de problemen zijn waarmee ze worstelen. Niet elke moeilijke vraag is een poging je te laten struikelen.
   • Mondelinge argumenten worden het meest geassocieerd met beroepen. Nadat een rechtbank een beslissing heeft genomen, kan de verliezende partij in beroep gaan. Deze persoon wordt de "appellant" genoemd. De andere partij is de "appellee". Beroep wordt meestal gehoord door een panel van ten minste drie rechters.
   • Trial courts zullen ook mondelinge argumenten aanvoeren voor kritieke moties (zoals een motie voor samenvattend oordeel) of voor een motie voor een nieuwe rechtszaak.
2. 2 Zoek de lijst met regels van het gerecht. Sommige hoven van beroep zullen regels noemen die advocaten moeten volgen tijdens pleidooien. U moet deze regels op de website van de rechtbank zoeken. Als je een vraag hebt, bel dan de griffier en vraag het je zeker.
   • Als je je voorbereidt op een Moot Court-competitie, krijg je zeker een lijst met regels.
   • Volg altijd de regels. Als iets in de regels in strijd is met wat u hier leest, volgt u de regels van de rechtbank.
3. 3 Lees de instructies en het record opnieuw. Je moet alle instructies lezen - niet alleen die die je hebt geschreven. In een pleidooi, moet u weten wat de juridische problemen in de zaak zijn en welke meningsverschillen die beide partijen hebben over wat de wet betekent.
   • Je moet ook de feiten van binnen en van buiten kennen. Ook al presenteert u geen samenvatting van de feiten op mondelinge gronden, u moet anticiperen op elke vraag over het record. Neem het record (de transcripties, proefbewegingen, juryinstructies, enz.) En word er zo bekend mee als je kunt.^[2]
4. 4 Herlees alle juridische autoriteit die door de partijen is aangehaald. In de briefs hebt u verschillende gerechtadviezen, statuten, verhandelingen en artikelen over rechtsevaluaties als juridische autoriteit aangehaald. U moet al dit materiaal opnieuw lezen, zodat u het kunt bespreken en vragen kunt beantwoorden die rechters kunnen hebben over hoe het zich verhoudt tot uw zaak.
   • Lees ook alle door de andere partij geciteerde autoriteit opnieuw. U moet hun gevallen net zo goed kennen als zij.
5. 5 Maak een schets van je argumentatie. Maak een korte schets van je argument. Idealiter volgt het argument de volgorde van de argumenten in uw opdracht. Je hebt misschien je zwakste argument ingeklemd in het kort tussen je sterkere. Omdat de tijd beperkt is in mondelinge argumenten, wilt u misschien uw argumenten opnieuw rangschikken van sterk naar zwak, zodat u zeker weet dat u eerst uw sterkste argumenten bespreekt.
   • Je kunt geen nieuwe argumenten introduceren in het pleidooi. Als je vergat een ruzie te maken in het briefje, kun je het tijdens de pleidooien niet aan de andere kant laten. Het doel van pleidooi is om de argumenten aan te snijden die feitelijk in het memorandum zijn gemaakt.
   • Schrijf je omtrek op de binnenkant van een manilla-map die je meeneemt naar het podium. Neem het juridische argument op: "De veroordeling moet worden teruggedraaid omdat de opstelling te schadelijk was." Neem vervolgens een paar opsommingen op van relevante feiten of juridische regels.
     • Relevante feiten met betrekking tot een line-up kunnen bijvoorbeeld zijn dat alle andere fillers in de line-up van een ander ras waren of veel groter dan jij.
     • U kunt ook de naam van een rechtszaak die vergelijkbaar is met de uwe, die u aanhaalt voor wettelijk gezag, opschrijven dat het vullen van een line-up met mensen van een ander ras onnodig schadelijk is.
     • Als je verdwaald bent over wat je in je overzicht moet zetten, kijk dan naar je instructies. U hebt al een overzicht van uw juridische argumenten opgenomen in de inhoudsopgave bij uw opdracht.
   • De hoeveelheid details die u in uw overzicht opneemt, is afhankelijk van hoe goed u uw argument kent. Schrijf topic-zinnen uit voor elk juridisch argument dat je maakt. Daarna oefen je met het maken van je argument. Als je niet weet wat je moet zeggen ter ondersteuning van je betoog, dan moet je je opdracht, het dossier en de wettelijke autoriteit die je hebt aangehaald opnieuw bezoeken.
6. 6 Maak een "spiekbriefje" met belangrijke feiten en wettelijke autoriteit. Als u de naam van een case bent vergeten bij het afleveren van uw argument, wilt u een 'spiekbriefje' met de namen van de cases en een paar relevante feiten. Dit blad kan je geheugen stimuleren.
   • Je kunt het spiekbriefje op de andere helft van de manilla-map plaatsen, tegenover je omtrek. Op deze manier kun je gewoon naar het podium kijken als je een vraag krijgt en hulp nodig hebt om de zaak te herinneren.
   • Schrijf de naam van de zaak of het statuut en vervolgens een relevant feit of twee om je geheugen op te starten. Noteer ook op welk wettelijk punt je het hebt aangehaald.
7. 7 Stel een lijst met vragen en antwoorden op. Stel je voor dat je een rechter bent en met vragen komt. Na het herlezen van de instructies, moet u goed op de hoogte zijn van de zwakke punten van uw zaak. U kunt elke vraag op een afzonderlijke indexkaart schrijven.Op deze manier kun je oefenen wanneer je een vrij moment hebt door de kaarten te schudden en vervolgens elke vraag te beantwoorden die je van het kaartspel trekt.
   • Je moet ook antwoorden op de vragen opschrijven.^[3] Probeer de antwoorden kort te houden, bij voorkeur een of twee zinnen. Een kort antwoord is gemakkelijker te onthouden en bespaart u ook tijd die besteed kan worden aan het praten over alle problemen.
   • Vergelijk deze twee antwoorden. Stel dat u beweert dat een opstelling te schadelijk was en dat de identificatie van de ooggetuigen had moeten worden uitgesloten. De regering betoogt dat de getuige de beklaagde nooit heeft geïdentificeerd, dus het probleem is niet duidelijk. Een rechter vraagt ​​je hierover: "Hoe kun je zeggen dat de identificatie ongrondwettig was toen er niet echt een identificatie was? De getuige heeft nooit gezegd: 'Hij is degene'. "
     • Antwoord een: "Wel, uw eer, het kan technisch waar zijn dat de overheid geen ooggetuige-identificatie heeft gekregen. Maar ik denk niet dat we op formaliteiten moeten vertrouwen. Het maakt niet echt uit welk label we gebruiken. Het is waarschijnlijk beter om te kijken en te zien wat de getuige heeft gezegd. En de getuige zei: 'Ik denk dat het op hem lijkt.' En ik zou zeggen dat dat dicht genoeg bij een identificatie ligt, vooral wanneer de regering haar als een getuige in haar zaak presenteerde. '
     • Antwoord twee: "Het was technisch gezien misschien geen identificatie, maar de overheid behandelde het als één. Als ze het als identificatie aan de jury willen aanbieden, moeten ze de grondwet volgen als ze die krijgen. '
   • Werk hard om je antwoorden te verfijnen. Herlees uw antwoorden opnieuw en probeer het anders te formuleren.
8. 8 Praktijk. Je moet je vragenlijst aan een vriend geven en verschillende oefenreeksen doen. Laat de vriend je de vragen stellen en werk je aan het scherpen van je antwoorden, zodat ze scherp, kort en overtuigend zijn.
   • Werk ook aan de overgang tussen argumenten. U kunt drie kwesties hebben die u wilt aanhalen in pleidooien. Bij voorkeur zou je ze in een, twee, drie volgorde presenteren. De juryleden kunnen u echter onmiddellijk naar de derde aflevering brengen. Je moet de overgang van drie naar één oefenen.
   • Oefen elke combinatie. Begin met het tweede argument en werk aan de overgang naar uw eerste argument.
   • Bereid je ook voor op een 'koude bank'. Wanneer rechters veel vragen stellen, wordt dit een 'warme bank' of 'hete groep' genoemd.^[4] Een "koude bank" doet zich voor wanneer geen rechter een vraag heeft en u moet eenvoudig uw argument ononderbroken afgeven. Je moet ook oefenen met het leveren van een argument aan een koude bank.^[5]
9. 9 Luister naar voorbeeldargumenten. Veel rechtbanken brengen nu hun mondelinge argumenten op websites of streamen ze live. Als u de rechtbank niet kunt bezoeken om mondeling een mondeling argument te horen, moet u luisteren naar verschillende geregistreerde argumenten om een ​​gevoel te krijgen voor het ritme van het mondelinge argument en hoe advocaten vragen beantwoorden.
   • Zoek mondelinge argumenten voor de rechtbank waarin u zult argumenteren. Hooggerechtshof argumenten kunnen geweldig zijn, maar ze mogen in uw rechtbank geen argument zijn.
10. 10 Draag op de juiste manier. Je moet gekleed zijn in zakelijke kleding als je een pleidooi houdt. Je zou conservatieve stijlen en kleuren moeten kiezen. Donkere kleuren, zoals marineblauw of grijs, zijn het beste.^[6]
    • Vrouwen moeten een tweedelig pak dragen: een broekpak of een rokpak. Geen jurken.
    • Mannen moeten een pak dragen met bijpassende jas en broek. Laat "leuke" stropdassen thuis. Kies in plaats daarvan voor een stevige stropdas in blauw of rood.

Deel twee van vier:
Het mondelinge argument afleveren

1. 1 Schakel uw mobiele telefoon uit. Voordat u naar de rechtszaal gaat, moet u alle mobiele telefoons en semafoons uitschakelen of instellen op de stille modus.^[7] Zorg ervoor dat elk elektronisch apparaat dat een "piep" kan geven, is uitgeschakeld.
   • Sommige mensen hebben horloges die piepen. Ze vergeten dit soms, alleen om het horloge te laten piepen terwijl ze op het podium staan.
2. 2 Zoek waar je hoort te zitten. Elk feest heeft een aparte tafel of een ander uiteinde van een bank om op te zitten.^[8] Je zou moeten begrijpen waar je jezelf zou moeten plaatsen.
   • Tegenover de rechters zit de persoon die het beroep aantrekt meestal links, terwijl de appellee rechts zit.^[9]
   • Als je niet weet waar je naartoe moet gaan, probeer dan op zijn minst een dag te pleiten om te zien welke raad het doet.
3. 3 Spreek met vertrouwen in de microfoon. Veel rechtszalen hebben nu microfoons (hoewel niet alle zullen). U moet rechtstreeks in de microfoon spreken met een comfortabele spreekstijl. Heb niet het gevoel dat je je stem moet uitsteken, maar spreek luid genoeg zodat de rechtbank je kan horen.
   • Verontschuldig je niet voor het nerveus zijn. Probeer ook met een normale snelheid te praten, hoe nerveus je ook bent.^[10]
   • Vermijd te zeggen "Umm ...." Of "Ah ..." Als u een seconde nodig heeft om na te denken of naar uw spiekbriefje te kijken, adem dan in plaats van vulwoorden of -geluiden te gebruiken.
4. 4 Stel jezelf voor aan de rechtbank. Begin met uw argument door te zeggen: "Moge het alstublieft de rechtbank pleiten, mijn naam is [vul uw naam in] en ik vertegenwoordig [de naam van uw klant]".^[11]
   • Als je jezelf als een vertegenwoordiger vertegenwoordigt, kun je zeggen: "Laat het alstublieft de rechtbank plezieren, mijn naam is [vul uw naam in] en ik vertegenwoordig mezelf in deze actie."
   • Verwijs altijd naar rechters als "Edelachtbare" en naar de rechtbank als geheel als "de rechtbank".^[12]
   • Je hoeft jezelf niet individueel aan elke rechter voor te stellen.^[13] In plaats daarvan, stel jezelf collectief voor aan de juryleden.
5. 5 Reserveer tijd, als u de appellant bent. Als u de appellant bent (de partij die het beroep instelt), dan kunt u een deel van uw tijd reserveren voor wederwoord.^[14] Sommige rechtbanken vereisen dat je ze voor het argument vertelt hoe je je tijd verdeelt. Andere rechtbanken zullen u vragen om ze aan het begin van uw betoog te vertellen.
   • Als je 20 minuten krijgt, moet je ten minste vijf reserveren voor weerlegging.
6. 6 Vermeld uw gevraagde hulp en de gronden. Nadat je jezelf hebt voorgesteld, moet je de rechtbank vertellen welke opluchting je vraagt ​​en waarom. Maak een routekaart door uw argumenten uiteen te zetten, in de volgorde waarin u ze presenteert. Zorg er ook voor dat je de rechtbank vertelt wat je wilt dat het doet.^[15]
   • Als u bijvoorbeeld wilt dat de veroordeling van een criminele verweerder wordt vernietigd, zou u zeggen: "We vragen de rechtbank om de veroordeling van Mr. Smith om drie redenen te vernietigen. Ten eerste was de opstelling van de politie overdreven suggestief en schond het de Due Process-rechten van de heer Smith. Ten tweede, de introductie door de overheid van schuld-door-vereniging bewijs berokkende de heer Smith. En ten derde, de weigering van de rechtbank om de heer Smith toe te staan ​​een alibi-getuige te presenteren, ontkende hem een ​​eerlijk proces. "
   • Realiseer je dat de juryleden je op elk moment kunnen afronden met een vraag. Als ze in het bijzonder geïnteresseerd zijn in een probleem, kunnen ze je zelfs afsnijden voordat je klaar bent met het reciteren van je routekaart.
7. 7 Vermijd een lange recitatie van feiten. De juryleden hebben de instructies reeds gelezen en zijn bekend met de feiten van de zaak. Je moet niet beginnen met een bespreking van de feiten, tenzij een rechter om opheldering van de feiten vraagt.^[16]
   • Raadpleeg feiten met vertrouwen, alsof je ervan uitgaat dat de juryleden weten waar je het over hebt. Je hoeft niet te zeggen: "Ik weet zeker dat de rechtbank weet dat de beklaagde op een vrijdag is gearresteerd, maar pas maandag is aangeklaagd." Geef gewoon feiten aan en koppel ze aan uw argument: "Omdat mijn cliënt twee moest wachten dagen om te worden beschuldigd, kon hij zijn advocaat niet ontmoeten. '
8. 8 Kijk naar de juryleden. Je moet oogcontact maken. Kijk van de rechter om te beoordelen terwijl je je argument maakt. Bij het beantwoorden van de vraag van een rechter, moet je kijken naar de rechter die het heeft gesteld.
   • Spreek uw argument niet aan tegengestelde raadsman aan.^[17]
9. 9 Blijf staan. Je moet voorkomen dat je theatraal bent wanneer je een pleidooi houdt. Sta in plaats daarvan stil met je handen naast je of rust op het podium voor je. Je moet niet heen en weer lopen, zoals een advocaat soms doet in een Hollywood-film wanneer hij een slotargument levert aan een jury.^[18]
   • Laat geen afstand van je armen doen of houd gedachten in de vingers door met de vingers of andere gebaren te wijzen.
   • Vermijd ook veel materiaal mee naar het podium te brengen. Je hebt geen tijd om door mappen of papier of duim door je briefing te bladeren. Als je hulp nodig hebt bij het onthouden van een feit of naam van een zaak, bekijk dan je spiekbriefje voor je op het podium.
10. 10 Probeer te vermijden om exposities te gebruiken. Een mondeling argument is geen presentatie voor een jury. Daarom moet u tijdens uw betoog niet op exposities vertrouwen. Als je een tentoonstelling nodig hebt om iets te verduidelijken, zorg er dan voor dat de tentoonstelling niet groter is dan een stuk papier van 8,5 x 11 inch.^[19] Bij voorkeur zou de expositie als appendix in uw brief moeten zijn opgenomen. U kunt dan eenvoudig de appendix in uw argument raadplegen.
    • Vergeet niet dat u tijdens het pleidooi geen nieuw bewijs mag introduceren.^[20] Onderzoek dus elke expositie waarvan u denkt dat u ze moet gebruiken om er zeker van te zijn dat deze geen nieuwe feiten of interpretaties bevat die niet in de briefing zijn gemaakt.
11. 11 Verhoog al uw argumenten. Als u de appellant bent, moet u al uw argumenten in uw openingsargument opnemen. Bewaar geen argumenten om voor het eerst over weerlegging te introduceren.^[21]
    • Noem een ​​argument in een enkele zin als dat moet. Zorg er wel voor dat u al uw problemen in het openingsargument oproept.

Deel drie van vier:
Vragen beantwoorden

1. 1 Begrijp de vraag voordat je antwoord geeft. U wilt geen tijd verspillen door een vraag te beantwoorden die niet is gesteld. Luister goed naar de vraag.^[22]
   • Het is niet de bedoeling dat je rechters vragen stelt, dus verhelpel niet door de rechter te vragen wat hij of zij bedoelt.^[23] Als u de vraag niet begrijpt, begin dan uw antwoord met: "Als ik Uw eer goed begrijp ...."^[24] Mocht u op het verkeerde spoor zitten, dan kan de rechter u corrigeren.
2. 2 Beantwoord de gestelde vraag. Je zou een vraag niet moeten ontwijken omdat je geen goed antwoord hebt. In plaats daarvan, beantwoord direct de gestelde vraag. Als het een vraag is die je verwacht hebt, dan zou je een fatsoenlijk antwoord moeten hebben.
   • Als de rechter een "ja of nee" vraag stelt, antwoord dan "ja of nee". Na dit te doen, probeer het kort te verduidelijken, om context te geven aan uw antwoord.^[25] Als de rechter bijvoorbeeld vraagt: "Heb je niet toegegeven dat je schuldig was aan de officier van justitie?", Kun je zeggen: "Ik deed het. Maar zoals uitgelegd in mijn briefing, was ik onder dwang omdat ik geen van mijn familie in drie dagen had gezien en ongerust was. "
   • Het beantwoorden van vragen geeft de rechters direct een signaal dat u eerlijk en zelfverzekerd bent in uw betoog.^[26]
   • Soms maken rechters argumenten die geen van de partijen heeft gemaakt. Hoewel het u verboden is om argumenten in te lassen die u niet in het memorandum hebt gesteld, moet u altijd de vraag van de rechter beantwoorden. Als je moet speculeren om de vraag te beantwoorden, speculeer dan. Zeg: "Dat stond niet in de notulen, edelachtbare. Maar als ik moet speculeren, dan zou ik zeggen .... "
3. 3 Juiste onnauwkeurigheden en verkeerde indrukken. Als de rechter de feiten verkeerd heeft, moet je de fout voorzichtig corrigeren.^[27]
   • Je kunt zeggen: "Eigenlijk, edelachtbare, staat er in het verslag ...." En geef dan de juiste informatie.
   • Als de rechter blijft bestaan, kun je eenvoudigweg zeggen: "Daar ben ik het niet mee eens" en probeer verder te gaan.Je zult geen ruzie winnen met een rechter. U wilt echter niet te veel tijd verspillen aan het bespreken van details. Verwijs de juryleden naar uw briefing, die de juiste feitelijke informatie zou moeten hebben.
4. 4 Praat niet over de rechter. Wanneer een rechter je onderbreekt om een ​​vraag te stellen, moet je onmiddellijk stoppen met praten.^[28] De rechter kan bijzonder benieuwd zijn om je een vraag te stellen, anders zal ze je argument niet waarderen. Raak niet zenuwachtig of boos, vooral omdat je niet weet waarom je bent gestoord.
   • Als de rechter een belangrijk punt onderbrak dat je wilde doen, probeer het dan terug te weven in een van je antwoorden nadat je de vraag hebt beantwoord die de rechter heeft onderbroken om te vragen.^[29]
5. 5 Bied aanvullende informatie aan. Soms zullen rechters wettelijke problemen identificeren die geen van beide hebben. In dit geval wordt u mogelijk een vraag gesteld waaraan u nog nooit hebt gedacht. In plaats van te proberen ter plekke een antwoord te verzinnen, kunt u aanbieden om aanvullende informatie te geven.^[30]
   • Het gerechtshof staat het misschien niet toe, maar het is een goed idee om dit aan te bieden, vooral als u denkt dat het onderwerp van cruciaal belang is voor de zaak. Een aanvullende briefing moet echter betrekking hebben op een kwestie die door de rechters aan de orde wordt gesteld. Het is niet opnieuw een poging om een ​​dwingende instructie te schrijven of argumenten te geven die je in de briefing had moeten maken.

Deel vier van vier:
Het weerleggen van de argumenten van de Appellee

1. 1 Luister goed. De appellee kan eenvoudigweg herhalen wat in hun opdracht staat. Of de appellee reageert mogelijk creatief op uw argumenten. Luister goed om te horen wat de appellee echt zegt. Ter weerlegging moet je reageren op de gemaakte argumenten.
2. 2 Maak een lijst van de sterkste argumenten van de appellee. Neem een ​​leeg vel papier en teken een lijn door het midden. Schrijf aan de linkerkant argumenten op die de appellee heel sterk lijkt. Noteer ook eventuele verkeerde voorstellingen die de appellee maakt.
   • Schrijf niet elk argument uit dat de appellee maakt. Daar heb je geen tijd voor. Richt je in plaats daarvan op argumenten waarvan je buik je zegt dat jij dat bent moet reageren op.
3. 3 Noteer tegenargumenten. Terwijl u naar de appellee luistert, noteert u de tegenpunten die u aan de rechterkant van het papier wilt maken. Schrijf de tegenpunten naast het bijbehorende argument.
   • Schrijf in een paar woorden op wat u wilt zeggen. Als de appellee een verkeerd nummer aanhaalt, noteer dan het juiste nummer. Als de appellee het vasthouden van een case verkeerd vindt, noteer dan de juiste manier van vasthouden.
4. 4 Rangschik de argumenten in belang. Terwijl de appellee zijn betoog omwikkelt, rangschikt u snel de tegenargumenten, van de meest dringende tot de minst belangrijke. Je hebt misschien maar vijf minuten of zoveel weerwoord en een deel van die tijd zal opgegeten worden door vragen van de rechter te beantwoorden.
   • Door de argumenten te rangschikken, kun je er zeker van zijn dat je het belangrijkste aanpakt in de weinige tijd die je nog hebt.
5. 5 Vat het argument samen en wijs het opnieuw af. Herinner de rechters aan wat de appellee betoogde. Ga dan tegen het argument in of verduidelijk het.
   • Bijvoorbeeld: "Ten eerste wil ik duidelijk maken dat mijn cliënt vijf nachten in de gevangenis heeft doorgebracht, niet twee, zoals u zojuist hebt gehoord."
   • Of: "De staat beweert dat het Hooggerechtshof geen Miranda-waarschuwingen nodig heeft, elke nieuwe keer dat de politie een verdachte ondervraagt. Maar dat is niet wat de rechtbank echt heeft gehouden. In plaats daarvan… ."
6. 6 Sluit door uw verzoek om opluchting te herhalen. Je kunt het tegenbewijs halen met de nodige tijd, anders loop je halverwege een zin te kort. Als de laatste, voltooi je zin maar stop met het maken van argumenten.
   • Als je tijd om is, zeg je: "Ik zie dat mijn tijd op is. Mag ik kort concluderen? "^[31] Als u tijd krijgt, geeft u eenvoudigweg aan waar u om gevraagd bent. Ga niet verder met het maken van inhoudelijke argumenten als onderdeel van uw korte conclusie.