Een grafiek is een diagram (als een reeks van een of meer punten, lijnen, lijnsegmenten, curven of gebieden) die de variatie van een variabele vertegenwoordigt in vergelijking met die van een of meer andere variabelen. Met andere woorden, waarden die op een cartesisch coördinatensysteem worden weergegeven op verschillende manieren, afhankelijk van wat u probeert te demonstreren of te bepalen. Discrete gegevens, zoals de gemiddelde prijs van auto's van jaar tot jaar, worden weergegeven als afzonderlijke punten in de grafiek. De berekening wordt slechts eenmaal voor elk jaar gemaakt, dus de gegevens zijn discreet. De x-as zou elk jaar aangeven en de y-as zou de gemiddelde kosten van auto's voor elk jaar weergeven. Een lijngrafiek zou handig zijn om continue gegevens weer te geven waarbij elke mogelijke waarde op de x-as een overeenkomstige waarde op de y-as heeft. U wilt bijvoorbeeld temperaturen in de loop van de tijd in kaart brengen. U kunt de temperatuur op elk moment nemen, zodat de gegevens ononderbroken zijn. Bij het berekenen van het hellingsgebied, minimum en maximum van een functie, is het erg handig om een grafiek te tekenen.
Hoe een grafiek te tekenen
-
1 Teken de x-as.
- Maak een horizontale lijn op het papier. U kunt pijlen aan het einde van de regel tekenen om aan te geven dat het een getallenlijn is die langs uw datamonster loopt.
- Plaats het label "X" rechts van de lijn om de x-as aan te duiden.
- Markeer het midden van de lijn met een verticaal vinkje en label het 0. Dit is de oorsprong van de grafiek.
- Maak op gelijke afstand geplaatste maatstreepjes op de rest van de x-as. Voor dit voorbeeld moet u de maatstreepjes labelen van 1 tot 10 aan de rechterkant van de 0.
-
2 Teken de y-as.
- Maak een verticale lijn die de oorsprong van de x-as passeert.
- Plaats het label "Y" boven de regel.
- Maak op gelijke afstand geplaatste maatstreepjes op de y-as. Voor dit voorbeeld moet u de maatstreepjes labelen van 2 tot 20 boven de 0.
-
3 Bereken de waarden van y voor verschillende waarden van x.
- We zullen een grafiek tekenen met de functie f (x) = 2x. Dit betekent dat y = 2x. Voor elke mogelijke waarde op de x-as is er een overeenkomstige waarde op de y-as. Als u de waarde van y wilt berekenen, sluit u een getal in x in. Als x = 3, dan is f (x) = 6. Alleen positieve waarden worden in dit voorbeeld gebruikt.
- Stel x = 0, 2, 4, 6 en 8. De bijbehorende y-waarden zijn 0, 4, 8, 12 en 16. Het resultaat is een set geordende paren die wordt weergegeven met de x of abscis, eerst en de y , of ordinaat, ten tweede. Voor ons voorbeeld hebben we vijf geordende paren: (0,0), (2,4), (4,8), (6,12) en (8,16).
-
4 Markeer de geordende paren in de grafiek.
- Tel over op de x-as en tel dan op de y-as. De waarde van y staat in de grafiek boven de x-waarde.
-
5 U hebt een grafiek gemaakt van de functie f (x) = 2x.