Leren scheikunde zal je helpen de verschillende vormen en eigenschappen van materie te begrijpen. Atomen zijn de kleine stukjes materie die aan elkaar kunnen worden toegevoegd om van alles te bouwen, van watermoleculen tot wolkenkrabbers. De eerste stappen in het begrijpen van de complexiteit van de chemie zijn de elementen van het periodiek systeem kennen, atomen begrijpen, en nadenken over waarom sommige atomen aan elkaar binden. Dit geeft je een sterke start voor het begrijpen van chemisch gedrag.

Deel een van de vier:
Vertrouwd raken met het periodiek systeem

  1. 1 Onthoud de atoomsymbolen. Een atoom is de kleinste eenheid van een element dat de eigenschappen van dat element behoudt. Elk atoom heeft zijn eigen plek op het periodiek systeem en zijn eigen symbool van een of twee letters. Het symbool voor waterstof is bijvoorbeeld "H" en natrium is "Na".[1]
    • Dit is vaak een eerste opdracht voor een scheikundeles.
  2. 2 Weet hoe massa verandert in de tabel. Een van de belangrijke kenmerken van een atoom is hoeveel massa het heeft. Dit vertelt je hoeveel deeltjes zich in de kern van het atoom bevinden (de deeltjes buiten de kern zijn zo klein dat ze niet meetellen in de massa). Het periodiek systeem is zo ingedeeld dat de massa toeneemt als je van links naar rechts gaat (over een rij) en van boven naar beneden (een kolom omlaag).[2]
  3. 3 Begrijp de belangrijkste soorten elementen. Het periodiek systeem is opgedeeld in verschillende soorten elementen. De breedste categorieën zijn metalen, metalloïden en niet-metalen. De categorie waartoe een atoom behoort, kan u vertellen over de fysieke eigenschappen en de reactiviteit ervan.[3]

Deel twee van vier:
De samenstelling van atomen kennen

  1. 1 Weet welke subatomaire deeltjes een atoom vormen. Drie verschillende subatomaire deeltjes vormen een atoom. Protonen hebben een positieve lading, neutronen hebben geen lading en elektronen hebben een negatieve lading. De som van protonen en neutronen is gelijk aan de massa van het atoom (in atomaire massa-eenheden). De massa van elektronen is zo klein dat ze niet worden geteld.[4]
  2. 2 Elk deeltje kunnen lokaliseren. De kern is het centrum van het atoom. Hier vind je protonen en neutronen. Elektronen draaien om de kern in elektron-orbitalen. Elektronen komen meestal niet in de kern en protonen en neutronen verlaten de kern meestal niet.[5]
  3. 3 Overweeg wat er gebeurt als de atomen zich binden. Wanneer twee of meer atomen samenkomen, wordt dit bonding genoemd. Protonen en neutronen zijn niet direct betrokken bij binding. Elektronen worden gedeeld of overgedragen tussen twee of meer atomen in een binding en dit vormt een molecuul.[6]

Deel drie van vier:
Grijpreacties en hechting

  1. 1 Leer de belangrijkste soorten obligaties. Ionische bindingen komen voor tussen metalen en niet-metalen. Covalente bindingen komen voor tussen twee niet-metalen. In een ionische binding zijn elektronen waarschijnlijker aan het ene uiteinde van een molecuul te vinden dan het andere. Dit resulteert in een negatief geladen en positief geladen uiteinde van het molecuul. Covalente bindingen delen elektronen gelijkmatiger.[7]
  2. 2 Gebruik chemische formules. Chemische formules geven informatie over welke elementen aanwezig zijn in een molecule of reactie, en in welke verhoudingen. Zo heeft zoutzuur bijvoorbeeld een chemische formule van HCl en de chemische reactie die brandend methaan beschrijft, is CH4 + 2O2 → 2H2O + CO2. De getallen vóór de chemische symbolen staan ​​bekend als coëfficiënten en vertellen u hoeveel van dat molecuul of atoom aanwezig is. Het aantal in subscripts geeft aan hoeveel van een bepaald atoom in het molecuul aanwezig is.[8]
  3. 3 Beschouw stabiliteit als een reden voor binding. Atomen en moleculen binden samen om stabieler te worden. Dat wil zeggen dat ze proberen de laagst mogelijke energietoestand te bereiken. Om een ​​band te verbreken, moet je genoeg energie toevoegen om de binding niet langer gunstig te maken. Om deze reden zijn obligaties vaak moeilijk te doorbreken.[9]

Deel vier van vier:
Een scheikundeopleiding volgen

  1. 1 Poets je wiskundige vaardigheden. Om de chemie te begrijpen, moet je tenminste een praktische kennis van de algebra hebben, omdat je deze vaak zult gebruiken. Het begrijpen van calculus, differentiaalvergelijkingen en lineaire algebra is een groot pluspunt in chemieopleidingen op het hoogste niveau, zoals fysische chemie. Je moet een aantal van deze cursussen volgen om je scheikundegraad te behalen. Je zou ook moeten overwegen om een ​​wiskunde minor (of zelfs dubbele major) te zoeken om jezelf een voorsprong te geven in je chemiewerk.
  2. 2 Kies een tak van chemie. Chemici worden opgesplitst in verschillende categorieën van onderzoek. Er zijn bijvoorbeeld fysische chemici, biochemici, analytische chemici, enz. Bepaal wat voor soort chemie je het leukst vindt en concentreer je op dat onderwerp. Als u bijvoorbeeld van organische scheikunde houdt, kunt u meer organische scheikundecursussen volgen dan nodig is voor uw opleiding.
    • Je kunt ook een master of doctoraat volgen om je scope verder te verkleinen en je expertise in de chemie te vergroten.
  3. 3 Doe onderzoek in de chemie. Classwork is een goede plek om de concepten van de chemie te leren. Labelklassen helpen je het protocol te leren voor het uitvoeren van jezelf in een laboratorium en passen concepten toe die je in de les hebt geleerd. Maar uiteindelijk, als je chemie wilt begrijpen, zul je onderzoek moeten doen naar een onderwerp in de chemie. Hoewel onderzoek vereist is voor de meeste scheikundegraden, is het meestal een minimale hoeveelheid. Begin met onderzoek zo vroeg als je kunt onder supervisie van een professor in het vakgebied dat je het leukst vindt (bijvoorbeeld biochemie).