Autozitjes zijn essentieel voor de veiligheid van kinderen op de weg, maar het kan moeilijk zijn om peuters of kleuters te laten knokken, vooral als ze moe, ongemakkelijk of jaloers zijn dat oudere broers en zussen in de 'grote stoelen' gaan zitten. De sleutel om ze in hun autostoelen te krijgen is om een ​​machtsstrijd te voorkomen door het leuk te houden en afleiding te bieden.

Deel een van de drie:
Voorbereiding op de overgang

  1. 1 Geef uw kind een opstart. Tenminste vijf minuten voor je autorit waarschuw je het kind over waar je naartoe gaat en laat je hen weten dat je in de auto moet gaan zitten.
  2. 2 Speel de voordelen van de bestemming. Als de reis niet leuk gaat worden, richt je dan op het plezier van de bestemming. Als je naar de speeltuin gaat, is dit deel gemakkelijk. Als je boodschappen doet of ergens anders heen gaat, heeft je kind niet de voorkeur, focus je op kleine plezierige aspecten van de reis, zoals in de winkelwagen rijden of een lolly bij de dokter halen.
  3. 3 Geef een keuze. In de auto zitten kan nodig zijn, maar je kunt nog steeds een keuze maken over hoe. Voor kinderen die kunnen praten en keuzes kunnen maken, zeg je: "Wil je dat ik je ophaal, of wil je in jezelf klimmen?" of "Wilt u dat mama of papa u in huis haalt?" Door hen enige controle over de situatie te geven, zullen ze zich beter op hun gemak voelen en kunnen ze een machtsstrijd voorkomen.

Tweede deel van de drie:
Het leuk maken

  1. 1 Maak een ritueel. Om dingen licht en leuk te houden, moet je een ritueel of spel maken om in de auto te stappen. Doe bijvoorbeeld alsof je een astronaut bent en doe een "veiligheidscontrole" voordat je aftelt om "op te stijgen" of start een race voor wie als eerste op zijn stoel kan komen.
  2. 2 Houd leuke items in de auto. Laat uw kind spelen met speelgoed of boeken die de voorkeur hebben als u in het autostoeltje zit. Je kunt de nieuwste favorieten van het kind meebrengen, of je kunt een paar speciale 'autostoeltje'-speelgoed en -boeken alleen na knikken voor je plezier bewaren. Als u hiermee vertrouwd bent, kunt u uw smartphone of tablet ook voor games aanbieden.
  3. 3 Breng snacks, indien van toepassing. Terwijl je waarschijnlijk geen snacks als smeergeld wilt gebruiken, neem wel wat snacks of drankjes mee voor langere autoritjes. Het leuk maken van autoritten (en het vermijden van dorst en honger) zal een goede manier zijn om ervoor te zorgen dat kinderen de volgende keer dat ze moeten slingeren, meegaand zijn.
  4. 4 Bied ze leuke muziek of een film aan. Als je auto de optie heeft, herinner je je kind aan de leuke muziek of video's die hij of zij op de reis leuk vindt. Maak het leuk: meezingen, lachen om de video, genieten van de rit.

Derde deel van de drie:
Omgaan met machtsconflicten

  1. 1 Leid je kind af van de machtsstrijd. Als je kind een driftbui krijgt, doe dan alles wat je kunt om het patroon vroegtijdig te doorbreken. Maak een grappig gezicht, zing een stom lied, dans of laat je kind iets echt "cools" zien in de auto. Afleiding kan een volledige afsmelting voorkomen, vooral als het kind eigenlijk gewoon een beetje moe of knorrig is en moet opfleuren.
  2. 2 Overweeg een beloningssysteem. Als driftbuien in de auto vaak voorkomen, wilt u misschien een sterrenkaart- of stickerschema-systeem implementeren zodat uw kind elke keer dat hij vastzit zonder een ophef te maken een beloning kan verdienen. Na een bepaald aantal beloningen kan het kind een prijs, een traktatie of een speciaal uitje verdienen.
  3. 3 Wacht even, als het helpt. Elk kind is anders, maar als jouw kind de neiging heeft om een ​​machtsstrijd binnen te gaan, maar je dan verveelt, wacht dan gewoon. Maak duidelijk dat je nergens heen kunt gaan of iets leuks kunt doen totdat het kind gesmokkeld is.