Baccarat is een opwindend spel, vol spanning en intriges! Baccarat is zowel eenvoudig te leren als te spelen. Een baccarat-spel heeft drie mogelijke uitkomsten: Speler winnen, Bankier winnen en gelijkspel. Merk op dat "bankier" niet naar het huis verwijst. Deelnemers aan het spel kunnen kiezen tussen de speler of de bank.

Stappen

  1. 1 Weet dat je op twee handen kunt inzetten. De ene is de hand van de bankier, de andere is de hand van de speler. Een speler mag op beide handen inzetten. Weddenschappen moeten op de speler of bankier worden geplaatst voordat de kaarten worden gedeeld.
  2. 2 Weet hoe kaarten worden gedeeld. Twee kaarten worden uitgedeeld aan zowel de speler als de bankier. Een speler of casino-exploitant die de schoen vasthoudt, schuift een kaart naar buiten en legt deze open in de doos van de speler op de vilttafel. De volgende kaart, de eerste van de hand van de bankier, wordt in de doos van de bankier op de tafel geplaatst. Het huis deelt vervolgens nog een spelerskaart en vervolgens de tweede bankkaart. De eerste ronde van de dealer bestaat uit twee kaarten voor zowel de speler als de bankier.
  3. 3 Kondig het puntentotaal van beide reeksen kaarten aan. Tienen en gezichtskaarten zijn allemaal nul punten waard; alle andere kaarten zijn hun nominale waarde waard, met de aas ter waarde van één punt. Als een totaal meer dan 10 is, is het tweede cijfer de waarde van de hand. Een 9 en een 6, in totaal 15, vormen bijvoorbeeld een hand van vijf punten. Om te winnen moet je weddenschap bij de hand liggen die dichter bij negen komt.
  4. 4 Begrijp de "natuurlijke" overwinning. Als in de eerste twee gedeelde kaarten, het puntentotaal 8 of 9 is voor de speler of de bankier, wordt dit een natuurlijke winst genoemd en is het spel afgelopen. Weddenschappen die al zijn geplaatst, worden uitbetaald.
  5. 5 Bepaal of de speler een derde kaart krijgt door naar de puntentotalen te kijken. De hand van de speler wordt als eerste voltooid. Een totaal van 8 of 9 voor de speler krijgt geen extra kaarten. De speler staat op totalen van 6 of 7. Op een ander totaal, 0-5, trekt de speler een derde kaart, tenzij de bankier 8 of 9 heeft, in welk geval de bankhand wint zonder verdere draw.
  6. 6 Ken de regels die gelden voor de derde kaart voor de bankier. Als de speler pat staat (of geen nieuwe kaarten trekt), trekt de bankier met een handtotaal van 0-5 en blijft hij pat met een hand totaal van 6 of 7. Alle andere handen zijn afhankelijk van de derde kaart die de speler tekent:
    • Als de derde kaart van de speler 9, 10, een gezichtskaart of een aas is, tekent de bankier wanneer hij een 0-3 heeft en blijft bij een 4-7.
    • Als de derde kaart van de speler 8 is, trekt de bankier wanneer hij een 0-2 heeft en blijft hij met een 3-7.
    • Als de derde kaart van de speler 6 of 7 is, trekt de bankier wanneer hij een 0-6 heeft en blijft hij met een 7.
    • Als de derde kaart van de speler 4 of 5 is, trekt de bankier wanneer hij een 0-5 heeft en blijft hij met een 6-7.
    • Als de derde kaart van de speler 2 of 3 is, trekt de bankier wanneer hij een 0-4 heeft en blijft met een 5-7.
  7. 7 Zodra alle kaarten zijn gedeeld, bereken je de winnende hand. De winnende hand is die welke dichter bij 9 komt. In het geval van een gelijkspel wint geen van beide handen of verliest hij. Soms wordt een commissie uit de winst betaald wanneer er op de banker wordt gokt.