Calendula, ook wel 'potanjegouds' genoemd, is eenjarige bloemen die gedurende het groeiseizoen constant bloeien. Oorspronkelijk gekweekt voor gebruik als smaakmaker of voor geneeskrachtige eigenschappen, zijn calendula populair geworden vanwege hun vrolijke, felgele of oranje bloemen die het pad van de zon volgen op dezelfde manier als zonnebloemen dat doen. Dit artikel legt uit hoe je calendula plant.

Stappen

  1. 1 Selecteer een plek voor calendula die volle zon krijgt. Calendula's vereisen geen speciale grond. Ze kunnen overal waar je groeit andere bloemen, kruiden of groenten laten groeien, zolang het bloembed niet bezinkt na zware regenbuien.
  2. 2 Plant calendulazaden in de lente na de laatste vorst in uw omgeving. Plant zaden ongeveer 1/4 tot 1/2 inch (.64 tot 1.27 cm) diep en 4 tot 6 (10.16 tot 15.24 cm) uit elkaar. Dek ze licht af met ongeveer 1/4 inch (.64 cm) tuingrond.
  3. 3 Water het zaaibed onmiddellijk na het planten en wees voorzichtig om de zaden niet uit hun vlekken te wassen. Vernevel het bed vervolgens dagelijks om het gedurende de volgende 7 tot 14 dagen vochtig te houden totdat de zaden ontkiemen.
  4. 4 Geef de planten water als dat nodig is om de grond vochtig te houden, maar pas op voor overwater. De grond mag niet drijfnat zijn.
  5. 5 Wanneer de calendula-zaailingen ongeveer 3 inch (7,62 cm) hoog zijn, maak ze dan dun zodat de resterende planten 8 tot 12 inch (20,32 tot 30,48 cm) van elkaar verwijderd zijn.
  6. 6 Breng in de zomer een dunne laag compost aan op de calendulaplanten. Ze moeten geen extra bemesting vereisen, omdat de compost voldoende voedingsstoffen moet leveren om de planten gedurende de rest van het groeiseizoen verder te laten bloeien.
  7. 7 Snij bloesems als ze vervagen om de planten aan te moedigen om extra bloemen te produceren.